the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Job 19
1 Job antwoordde en zeide:2 Hoelang nog zult gij mij krenken, mij met woorden verbrijzelen?3 Reeds tien keer beschimpt gij mij, smaalt gij op mij zonder u te schamen.4 Zelfs al heb ik inderdaad mij misdragen, dan ben alleen ik mijn feil mij bewust;5 en wilt gij inderdaad tegen mij een hogen toon voeren, zo moet gij bewijzen dat ik mijn schande verdiend heb.6 Erkent toch dat God mij verongelijkt en met zijn net mij omvangen heeft.7 Zie, ik roep: Geweld! maar krijg geen antwoord, schreeuw, maar mij wordt geen recht gedaan.
8 Hij heeft mijn weg versperd, zodat ik niet voort kan, over mijn paden spreidt hij duisternis uit.9 Mijn eer heeft hij mij ontroofd, de kroon mij van het hoofd genomen;10 aan alle kanten haalt hij mij omver, en--daar ga ik! hij trekt mijn hoop uit als een stuk hout.11 Hij deed zijn toorn tegen mij ontbranden, en beschouwde mij als zijn vijand;12 samen rukken zijn scharen op, banen zich een weg tot mij, legeren zich rondom mijn tent.13 Mijn broeders hebben zich van mij verwijderd, mijn bekenden zijn mij ganschelijk vreemd geworden;14 mijn verwanten zijn verdwenen, mijn vertrouwden hebben mij vergeten;15 mijn huisgenoten en slavinnen beschouwen mij als een vreemde; ik ben in hun oog een onbekende geworden.16 Roep ik mijn slaaf, hij antwoordt mij niet, met mijn mond moet ik hem smeken.17 Mijn vrouw is van mij vervreemd, mijn eigen kinderen moet ik naar de ogen zien.18 Zelfs kleine kinderen minachten mij: als ik opsta, hebben zij iets tegen mij in te brengen.19 Al mijn vertrouwelingen hebben een afschuw van mij, zij die ik liefhad hebben zich tegen mij gekeerd.20 Aan mijn huid en mijn vlees kleeft mijn gebeente, slechts met de huid mijner tanden ben ik ontkomen.21 Ontfermt, ontfermt u mijner, mijn vrienden, want Gods hand heeft mij getroffen.22 Waarom vervolgt gij mij, zoals God? en verscheurt gij onverzadigbaar mijn vlees?
23 Och of mijn woorden opgeschreven, och of zij in een boek opgetekend werden!24 met een ijzeren griffel en lood voor altijd in een rots werden uitgehouwen!25 Maar ik, ik weet: Mijn losser leeft en zal eindelijk optreden op het stof.26 En nadat mijn huid--dit hier--in flarden gegaan is, en ik van mijn vlees beroofd ben, zal ik God aanschouwen;27 ja, ikzelf zal hem aanschouwen, met eigen ogen zal ik, geen ander, hem zien; mijn nieren in mijn binnenste worden verteerd van verlangen.28 Wanneer gij dan zegt: Wat zullen wij hem vervolgen! daar de wortel der zaak in hem gevonden is--29 ducht dan het zwaard; want dit zijn zwaard-overtredingen; opdat gij moogt weten: Er is een rechter.