Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Ezechiël 48

1 Dit zijn de namen der stammen. Van het noordelijk uiteinde af, naast den weg over Hethlon, aan den weg naar Hamath, tot Hasar-enan; zodat het grondgebied van Damaskus, naast dat van Hamath, ten noorden ligt en ieders gebied zich van de oostelijke grens tot de westelijke uitstrekt:2 een voor Dan. Grenzend aan Dan, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Azer.3 Grenzend aan Azer, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Naftali.4 Grenzend aan Naftali, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Manasse.5 Grenzend aan Manasse, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Efraim.6 Grenzend aan Efraim, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Ruben.7 Grenzend aan Ruben, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Juda.8 Grenzend aan Juda, van de oost zijde tot de westzijde, zal het heilige gebied liggen dat gij afstaan zult: vijf en twintig duizend el breed en even lang als een der andere delen, van de oost zijde tot de westzijde; het heiligdom zal in het midden daarvan liggen.9 Het heilige gebied dat gij aan den Heer zult afstaan zal vijf en twintig duizend el lang en vijf en twintig duizend el breed zijn.10 En aan de navolgenden zal het heilige gebied toebehoren: aan de priesters een gedeelte, waarvan de noordelijke grens vijf en twintig duizend el lang, de westelijke en oostelijke tienduizend breed, de zuidelijke grens vijf en twintig duizend lang zal zijn, en in het midden waarvan 's Heeren heiligdom liggen zal;11 aan de geheiligde priesters, de zonen van Sadok, die hun plicht jegens mij waargenomen hebben en niet, gelijk de Levieten, afgedwaald zijn toen de Levieten afdwaalden;12 hun zal dit als een heilig deel van het heilige gebied, als iets hoogheiligs, toebehoren, palend aan het grondgebied der Levieten.13 En aan de Levieten zal, naast het gebied der priesters, toebehoren een gedeelte van vijf en twintig duizend el lengte en tienduizend el breedte. Het geheel is dus vijf en twintig duizend el lang en twintigduizend breed.14 Hiervan mag niet verkocht of verruild worden; als keurgave van het land mag men het niet verruilen of in andere handen doen overgaan; want het is heilig aan den Heer.15 De vijfduizend el die in de breedte nog overblijven langs de vijf en twintig duizend zal geen heilige grond wezen, maar is bestemd voor de stad, tot woningen en tot weidegrond, en de stad zal in het midden er van liggen.16 Dit zijn haar afmetingen: de noordzijde vierduizend vijfhonderd el, de zuidzijde vierduizend vijfhonderd el, de oostzijde vierduizend vijfhonderd el, de westzijde vierduizend vijfhonderd el.17 En als weidegrond zal bij de stad behoren: ten noorden tweehonderd vijftig el, ten zuiden tweehonderd vijftig el, ten oosten tweehonderd vijftig el, en ten westen tweehonderd vijftig el.18 En hetgeen in de lengte langs het heilige gebied overblijft, tienduizend el aan de oost zijde en tienduizend aan de westzijde, daarvan zal de opbrengst tot brood voor de bewoners der stad strekken.19 Wat de bewoners der stad aangaat, mensen uit alle stammen zullen haar bewonen.20 Dit gehele heilige gebied, een vierkant van vijf en twintig duizend op vijf en twintig duizend, zult gij afstaan, namelijk het heilige gebied met de stadsbezitting.21 En het overige zal den vorst toebehoren; wat ter weerszijden ligt van het heilige gebied en de stadsbezitting, langs de vijf en twintig duizend el in het oosten tot de oostelijke grens, en langs de vijf en twintig duizend in het westen tot de westelijke grens, evenwijdig met het gebied der stammen, zal den vorst behoren. Het heilige gebied met het heiligdom des tempels ligt er midden in.22 Ter zijde van de bezitting der Levieten en die der stad, tussen het grondgebied van Juda en dat van Benjamin in, zal het land van den vorst liggen.23 Voorts de overige stammen. Van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Benjamin.24 Grenzend aan Benjamin, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Simeon.25 Grenzend aan Simeon, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Issachar.26 Grenzend aan Issachar, van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Zebulon.27 Grenzend aan Zebulon van de oostelijke grens tot de westelijke: een voor Gad.28 En langs de grens van Gad, aan de zuidzijde naar de middagstreek, zal de grens lopen van Tamar tot het water van Meriba bij Kades, en langs de Beek naar de Grote Zee.29 Dit is het land hetwelk gij ten erfdeel aan de stammen Israels zult toewijzen, en dit is elks deel, spreekt de Heere God.30 En dit zijn de uitgangen der stad;

31 de poorten der stad zijn naar de stammen Israels genoemd: (48-30b) aan de noordzijde, vierduizend vijfhonderd el lang, (48-31b) drie poorten: die van Ruben, een, die van Juda, een, en die van Levi, een;32 aan de oostzijde, vierduizend vijfhonderd el lang, drie poorten: die van Jozef, een, die van Benjamin, een, en die van Dan, een;33 aan de zuidzijde, vierduizend vijfhonderd el lang, drie poorten: die van Simeon, een, die van Issachar, een, en die van Zebulon, een;34 aan de westzijde, vierduizend vijfhonderd el lang, drie poorten: die van Gad, een, die van Azer, een, en die van Naftali, een.35 De gehele omtrek is achttienduizend el. En de naam der stad is voortaan: De Heer is aldaar.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile