Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Exodus 12

1 De Heer sprak tot Mozes en Aaron in Egypteland:2 Deze maand zal u het hoofd der maanden zijn; de eerste zal zij u zijn van de maanden des jaars.3 Spreekt tot de gehele gemeente van Israel: Op den tienden dag dezer maand moet elk een lam nemen, naar familien, een lam voor elk gezin.4 En indien het gezin te klein is voor een lam, dan moet hij er met zijn naasten buurman samen een nemen, naar het zielental. Elk uwer zal naar hetgeen hij eet zijn berekening maken ten aanzien van het lam.5 Een gaaf, manlijk lam moet het zijn, een jaar oud; uit de schapen of uit de geiten kunt gij het nemen.6 Gij zult het tot den veertienden dag dezer maand in bewaring houden, en de gehele vergadering der gemeente van Israel zal het in de schemeravond slachten.7 Dan neme men van het bloed, en doe dit aan de beide deurposten en den bovendorpel der huizen waarin men het eten zal.8 Voorts zal men in dien nacht het vlees eten, aan het vuur gebraden; met ongezuurd brood en bittere kruiden zal men het eten.9 Gij moogt daarvan geen gedeelte rauw noch ook in water gekookt eten, maar aan het vuur gebraden; den kop samenhangend met de poten en het ingewand.10 Gij moogt er niets van overlaten tot den morgen; wat er den volgenden morgen van over is moet gij verbranden.11 En aldus zult gij het eten: de lenden omgord, de schoenen aan de voeten, den stok in de hand; gij zult het in angstige haast eten: het is een pascha ter ere van den Heer.12 En ik zal in dien nacht door Egypteland trekken, alle eerstgeborenen in Egypteland slaan, zowel die der mensen als die der dieren, en aan alle goden van Egypte strafgerichten voltrekken; ik ben de Heer.13 Maar dan zal het bloed u tot een teken zijn op de huizen waarin gij zijt: ik zal het bloed zien en u voorbijgaan; zodat geen plaag ten verderve onder u zal zijn wanneer ik in Egypte een slachting aanricht.14 En deze dag zal u ten gedenkdag zijn; gij zult dien vieren als een feest ter ere van den Heer. In al uw volgende geslachten, als een eeuwige inzetting zult gij hem vieren.15 Zeven dagen zult gij ongezuurd brood eten. Maar op den eersten dag zult gij de gist uit uw huizen verwijderen; want alwie iets gezuurds eet, die mens zal uitgeroeid worden uit Israel: van den eersten dag af tot den zevenden toe.16 Op den eersten dag en op den zevenden zal het u heilige vierdag zijn, waarop generlei werk zal worden verricht; alleen mag hetgeen tot spijs voor een iegelijk strekt voor u toebereid worden.17 Gij zult dit gebod onderhouden; want op dezen zelfden dag heb ik uw legerscharen uit Egypteland geleid; daarom zult gij dezen dag onderhouden in al uw volgende geslachten, een eeuwige inzetting.18 In de eerste maand, den veertienden der maand, des avonds, zult gij ongezuurd brood eten, tot den een en twintigsten der maand, des avonds;19 zeven dagen lang mag geen gist in uw huizen aangetroffen worden; want alwie iets dat gezuurd is eet, die mens zal uitgeroeid worden uit de gemeente van Israel, hetzij vreemde of inboorling.20 Niets dat gezuurd is moogt gij eten; in al uw woonsteden zult gij ongezuurd brood eten.

21 Toen ontbood Mozes alle oudsten van Israel en zeide tot hen: Gaat heen en neemt schapen en geiten, naar uw geslachten, en slacht het paaschoffer.22 Dan moet gij een hysopkwast nemen, dien in het bloed op den drempel dopen en daarmede aan den bovendorpel en de deurposten een deel van het bloed strijken dat op den drempel is, en niemand uwer mag de deur van zijn huis voor den morgen uitgaan.23 Wanneer de Heer dan Egypte doortrekt om het te slaan, en hij het bloed op den bovendorpel en de beide deurposten ziet, dan zal hij de deur voorbijgaan en den verderver niet vergunnen, uw huizen binnen te gaan om u te slaan.24 Onderhoudt dit dan tot een inzetting voor u en uw zonen, voor altijd.25 En wanneer gij in het land komt hetwelk de Heer u geven zal, zoals hij gezegd heeft, zult gij dit gebruik onderhouden.26 En wanneer uw zonen tot u zeggen: Wat betekent dit uw gebruik?27 dan zult gij zeggen: Dit is het paaschoffer voor den Heer; omdat hij de huizen der Israelieten in Egypte voorbijgegaan is toen hij de Egyptenaren sloeg en onze huizen redde. --Hierop boog zich het volk en wierp zich neder,28 en de Israelieten gingen heen en deden wat de Heer aan Mozes en Aaron bevolen had. Aldus deden zij.

29 En te middernacht sloeg de Heer alle eerstgeborenen in Egypteland van den eerstgeborene van Farao, die op zijn troon zou zitten, af, tot den eerstgeborene van de gevangene in de kerker toe, benevens alle eerstegeborenen van het vee.30 Toen stond Farao des nachts op, benevens al zijn dienaren en alle Egyptenaren, en er ging een geweldig geschrei in Egypte op; want er was geen huis waarin geen dode was.31 En hij ontbood in den nacht Mozes en Aaron en zeide: Maakt u op, trekt uit het midden van mijn volk weg, zowel gij als de Israelieten; gaat heen en dient den Heer, zoals gij gezegd hebt.32 Neemt en uw kleinvee en uw runderen mede, zoals gij gezegd hebt; gaat heen en zegent ook mij.33 Ook hielden de Egyptenaren bij het volk aan, om het met spoed uit het land te doen trekken; want zij zeiden: Wij gaan altemaal dood!34 Zo nam het volk zijn deeg op voordat het gezuurd was, hun baktroggen in hun klederen gebonden op de schouders.35 Ook deden de Israelieten volgens Mozes woord: zij vroegen aan de Egyptenaren zilveren en gouden voorwerpen en overkleederen.36 En de Heer deed het volk gunst vinden in het oog der Egyptenaren; zodat dezen hun het gevraagde gaven. Zo plunderden zij de Egyptenaren.

37 De Israelieten braken uit Raamses op naar Sukkoth, ongeveer zeshonderd duizend man te voet, namelijk de mannen, uitgenomen de kleine kinderen.38 Ook ging veel volk van gemengden bloede met hen mede, benevens kleinvee en runderen, een zeer rijke veestapel.39 Zij bakten van het deeg dat zij uit Egypte medegenomen hadden ongezuurde koeken; want het was niet gezuurd, omdat de Egyptenaren hen weggedreven hadden en zij zich niet konden ophouden noch ook teerkost voor den tocht bereid hadden.40 Het verblijf der Israelieten in Egypte had vierhonderd dertig jaar geduurd.41 Na verloop van vierhonderd dertig jaar, op denzelfden dag, trokken de legerscharen van den Heer uit Egypteland.42 Dit was een waaknacht voor den Heer, om hen uit Egypte te voeren; dit is die nacht ter ere van den Heer, een wake voor alle Israelieten in de volgende geslachten.

43 De Heer zeide tot Mozes en Aaron: Dit is de inzetting betreffende het pascha: geen mens van buitenlandsche afkomst zal er van eten.44 Maar elken slaaf dien gij voor geld gekocht hebt zult gij besnijden, en dan zal hij er van eten.45 De opgezetene en de daglooner mogen er niet van eten.46 In een en hetzelfde huis zal het lam gegeten worden; gij moogt niets van het vlees uit huis naar buiten brengen, en geen been zult gij er van breken.47 De gehele gemeente van Israel zal het vieren.48 En wanneer een vreemde onder u vertoeft en het pascha voor den Heer vieren wil, dan moet gij alle manlijke leden van zijn gezin besnijden; daarna mag hij naderen om het te vieren; hij staat dan gelijk met een inboorling; maar geen onbesnedene mag er van eten.49 Een en dezelfde wet geldt voor den inboorling en voor den vreemde die zich onder u ophoudt.50 Alle Israelieten nu deden zoals de Heer Mozes en Aaron bevolen had; zo deden zij.51 En op dienzelfden dag leidde de Heer de Israelieten, naar hun Iegerscharen, uit Egypteland.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile