Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
1 Samuël 20

Kingcomments op de hele BijbelKingcomments

Search for…
Enter query below:

Inleiding

De geschiedenis van David wordt in deze hoofdstukken tot in detail beschreven. Dat is omdat de Heilige Geest hem liefheeft. Wij hebben hem ook lief en hebben belangstelling voor alles wat hij meemaakt. Het wordt levendig beschreven. In veel details vinden we wat de Heer Jezus heeft meegemaakt. Eerst is David nog geen vluchteling, maar dat wordt hij in de volgende hoofdstukken. Hij wordt een vluchteling omdat hij weigert op Gods tijd vooruit te lopen en het recht in eigen hand te nemen. Saul blijft voor hem “de gezalfde van de HEERE”, tegen wie hij, zolang dat zo blijft, de wapens niet zal opnemen.

We zien in dit hoofdstuk in David een kind van God die op zoek is naar de wil van God. Daarom is het hoofdstuk zo lang. Het beschrijft hoe David zich ertegen verzet een vluchteling te worden. Dat is niet omdat hij niet wil, hoewel het hem niet aantrekt, maar uit plichtsbesef als dienaar van Saul. Hij heeft niet het recht om weg te gaan, om te vluchten. Hij wil tot het uiterste bij Saul blijven om hem te dienen en is bereid daarvoor alles te ondergaan, om maar geen ontrouwe slaaf te zijn. Daarvan beschuldigt Nabal hem later (1Sm 25:10). David vlucht echter pas als hem geen andere mogelijkheid overblijft.

Dit hoofdstuk is ook een afscheid dat twee vrienden die elkaar innig liefhebben van elkaar nemen. Dat maakt het vertrek voor David ook zo smartelijk en onaantrekkelijk.

Inleiding

De geschiedenis van David wordt in deze hoofdstukken tot in detail beschreven. Dat is omdat de Heilige Geest hem liefheeft. Wij hebben hem ook lief en hebben belangstelling voor alles wat hij meemaakt. Het wordt levendig beschreven. In veel details vinden we wat de Heer Jezus heeft meegemaakt. Eerst is David nog geen vluchteling, maar dat wordt hij in de volgende hoofdstukken. Hij wordt een vluchteling omdat hij weigert op Gods tijd vooruit te lopen en het recht in eigen hand te nemen. Saul blijft voor hem “de gezalfde van de HEERE”, tegen wie hij, zolang dat zo blijft, de wapens niet zal opnemen.

We zien in dit hoofdstuk in David een kind van God die op zoek is naar de wil van God. Daarom is het hoofdstuk zo lang. Het beschrijft hoe David zich ertegen verzet een vluchteling te worden. Dat is niet omdat hij niet wil, hoewel het hem niet aantrekt, maar uit plichtsbesef als dienaar van Saul. Hij heeft niet het recht om weg te gaan, om te vluchten. Hij wil tot het uiterste bij Saul blijven om hem te dienen en is bereid daarvoor alles te ondergaan, om maar geen ontrouwe slaaf te zijn. Daarvan beschuldigt Nabal hem later (1Sm 25:10). David vlucht echter pas als hem geen andere mogelijkheid overblijft.

Dit hoofdstuk is ook een afscheid dat twee vrienden die elkaar innig liefhebben van elkaar nemen. Dat maakt het vertrek voor David ook zo smartelijk en onaantrekkelijk.

Verzen 1-3

David weet dat Saul hem wil doden


David vlucht naar zijn vriend Jonathan en stort voor hem zijn hart uit. Hij vraagt zich vertwijfeld af wat hij toch gedaan heeft dat zijn vader hem zo najaagt. Jonathan wil David geruststellen. Hij gelooft niet dat zijn vader dat doet. Anders zou hij het wel weten. David is er niet gerust op. Hij weet heel goed dat Saul niet alles aan zijn zoon zal vertellen, omdat Saul weet dat zijn zoon een vriend van David is. David kan niet anders zien dan dat Saul erop uit is hem uit de weg te ruimen. Dat heeft hij meerdere keren ervaren. Hij is al enkele keren aan de moordzucht van Saul ontkomen, maar hoelang zal het nog duren voordat hij toch in de handen van Saul valt? Zijn leven hangt aan een zijden draadje.

Verzen 1-3

David weet dat Saul hem wil doden


David vlucht naar zijn vriend Jonathan en stort voor hem zijn hart uit. Hij vraagt zich vertwijfeld af wat hij toch gedaan heeft dat zijn vader hem zo najaagt. Jonathan wil David geruststellen. Hij gelooft niet dat zijn vader dat doet. Anders zou hij het wel weten. David is er niet gerust op. Hij weet heel goed dat Saul niet alles aan zijn zoon zal vertellen, omdat Saul weet dat zijn zoon een vriend van David is. David kan niet anders zien dan dat Saul erop uit is hem uit de weg te ruimen. Dat heeft hij meerdere keren ervaren. Hij is al enkele keren aan de moordzucht van Saul ontkomen, maar hoelang zal het nog duren voordat hij toch in de handen van Saul valt? Zijn leven hangt aan een zijden draadje.

Verzen 4-8

David stelt een test voor


Jonathan is een echte vriend. Hij wil David helpen. Hij vraagt wat hij voor hem kan doen en belooft ook dat hij zal doen wat David vraagt. Daarbij stelt hij geen voorwaarden, want hij weet dat wat David zal verlangen, alleen maar goed is. Dit is de uiting van een hart dat de ander liefheeft. Het is de vraag en de gezindheid van de gelovige die de Heer Jezus liefheeft.

David wil slechts weten wat Saul met hem van plan is. Daarom oppert hij een plan om de gezindheid van Saul te testen. Door dat plan zal ook voor Jonathan duidelijk worden wat zijn vader wil. Daar is het hem misschien nog meer om te doen dan om zelf zekerheid te krijgen.

Is dit plan misleidend, een leugen? Het is vergelijkbaar met wat Mozes tegen de farao zegt als hij hem voorstelt om Israël drie dagreizen ver de woestijn in te laten gaan om daar voor de HEERE een feest te vieren. Dat het uiteindelijke doel is om het volk te bevrijden en het naar Kanaän te brengen, vertelt Mozes er niet bij. De vraag die Mozes stelt, is de vraag van een knecht om een kort verlof, waardoor de gezindheid van de farao op de proef wordt gesteld. Het gaat niet om onoprechtheid, maar om een test. Zo is het ook bij David.

Allen die in een plaats van onderworpenheid zijn, kunnen van David leren. Hij neemt tegenover Jonathan de plaats van dienaar in en noemt zich ook zo. Jonathan is de zoon van zijn heer. Hij geeft hem ook het recht hem te doden als er zonde in hem zou zijn, zoals Saul beweert.

Verzen 4-8

David stelt een test voor


Jonathan is een echte vriend. Hij wil David helpen. Hij vraagt wat hij voor hem kan doen en belooft ook dat hij zal doen wat David vraagt. Daarbij stelt hij geen voorwaarden, want hij weet dat wat David zal verlangen, alleen maar goed is. Dit is de uiting van een hart dat de ander liefheeft. Het is de vraag en de gezindheid van de gelovige die de Heer Jezus liefheeft.

David wil slechts weten wat Saul met hem van plan is. Daarom oppert hij een plan om de gezindheid van Saul te testen. Door dat plan zal ook voor Jonathan duidelijk worden wat zijn vader wil. Daar is het hem misschien nog meer om te doen dan om zelf zekerheid te krijgen.

Is dit plan misleidend, een leugen? Het is vergelijkbaar met wat Mozes tegen de farao zegt als hij hem voorstelt om Israël drie dagreizen ver de woestijn in te laten gaan om daar voor de HEERE een feest te vieren. Dat het uiteindelijke doel is om het volk te bevrijden en het naar Kanaän te brengen, vertelt Mozes er niet bij. De vraag die Mozes stelt, is de vraag van een knecht om een kort verlof, waardoor de gezindheid van de farao op de proef wordt gesteld. Het gaat niet om onoprechtheid, maar om een test. Zo is het ook bij David.

Allen die in een plaats van onderworpenheid zijn, kunnen van David leren. Hij neemt tegenover Jonathan de plaats van dienaar in en noemt zich ook zo. Jonathan is de zoon van zijn heer. Hij geeft hem ook het recht hem te doden als er zonde in hem zou zijn, zoals Saul beweert.

Verzen 9-15

Hoe Jonathan David zal informeren


Jonathan wijst de gedachte van David om hem te doden resoluut af, want hij veronderstelt geen kwaad in David. Verder zal hij zeker zijn vriendschap laten gelden en hem informeren als hij merkt dat zijn vader kwaad over hem wil brengen. David vraagt van wie hij de ware gezindheid van Saul te horen zal krijgen.

Jonathan antwoordt niet direct, maar stelt voor om naar buiten te gaan om daar verder te spreken. Hij neemt initiatief en David volgt. David stelt zich koninklijk op door onderworpen te zijn aan het heersende gezag. Hij staat niet op zijn rechten als de gezalfde koning. Hij weet wat hij zal zijn, maar grijpt niet op de toekomst vooruit door zich iets aan te matigen wat de HEERE hem nog niet gegeven heeft. Hij moet eerst als dienaar leren gehoorzamen, voordat hij als koning kan heersen.

Jonathan belooft plechtig bij de HEERE dat hij David zeker zal laten weten hoe zijn vader reageert. Ook zal hij ervoor zorgen dat David niets zal gebeuren. Hij weet dat David de gezalfde is. Hij wenst hem de tegenwoordigheid van de HEERE toe, zoals ook zijn vader die heeft ervaren. Hij onderwerpt zich aan de toekomstige koning, nadat hij als kroonprins hem heeft laten gaan.

Tot slot vraagt hij David om diens gunst voor zichzelf en zijn familie. Hij heeft hier een profetische blik op de toekomst. Voor zichzelf vraagt hij om te mogen blijven leven als David koning geworden is. Hij zal daarin de goedertierenheid van de HEERE erkennen. Voor zijn huis vraagt hij om de goedertierenheid van David. Wat David betreft, weet hij dat de HEERE al zijn vijanden zal uitroeien.

Verzen 9-15

Hoe Jonathan David zal informeren


Jonathan wijst de gedachte van David om hem te doden resoluut af, want hij veronderstelt geen kwaad in David. Verder zal hij zeker zijn vriendschap laten gelden en hem informeren als hij merkt dat zijn vader kwaad over hem wil brengen. David vraagt van wie hij de ware gezindheid van Saul te horen zal krijgen.

Jonathan antwoordt niet direct, maar stelt voor om naar buiten te gaan om daar verder te spreken. Hij neemt initiatief en David volgt. David stelt zich koninklijk op door onderworpen te zijn aan het heersende gezag. Hij staat niet op zijn rechten als de gezalfde koning. Hij weet wat hij zal zijn, maar grijpt niet op de toekomst vooruit door zich iets aan te matigen wat de HEERE hem nog niet gegeven heeft. Hij moet eerst als dienaar leren gehoorzamen, voordat hij als koning kan heersen.

Jonathan belooft plechtig bij de HEERE dat hij David zeker zal laten weten hoe zijn vader reageert. Ook zal hij ervoor zorgen dat David niets zal gebeuren. Hij weet dat David de gezalfde is. Hij wenst hem de tegenwoordigheid van de HEERE toe, zoals ook zijn vader die heeft ervaren. Hij onderwerpt zich aan de toekomstige koning, nadat hij als kroonprins hem heeft laten gaan.

Tot slot vraagt hij David om diens gunst voor zichzelf en zijn familie. Hij heeft hier een profetische blik op de toekomst. Voor zichzelf vraagt hij om te mogen blijven leven als David koning geworden is. Hij zal daarin de goedertierenheid van de HEERE erkennen. Voor zijn huis vraagt hij om de goedertierenheid van David. Wat David betreft, weet hij dat de HEERE al zijn vijanden zal uitroeien.

Verzen 16-17

Het verbond


Hun liefde wordt opnieuw benadrukt. Jonathan sluit niet alleen een verbond met David, maar ook met het huis van David. Hij verwacht van het nageslacht van David dezelfde goedertierenheid als van David zelf. David handelt hier later ook naar (2Sm 9:3; 6-7). De vijanden van David, die eventueel ook zijn kinderen kwaad zouden kunnen doen, geeft hij over aan het handelen van de HEERE.

De reden waarom Jonathan er zo naar verlangt dat hun vriendschap overgaat op zijn nageslacht, heeft te maken met zijn liefde voor David. Hij heeft David lief met de liefde van zijn ziel en hij verlangt ernaar dat David die liefde beantwoordt met een eed dat hij Jonathan liefheeft.

Verzen 16-17

Het verbond


Hun liefde wordt opnieuw benadrukt. Jonathan sluit niet alleen een verbond met David, maar ook met het huis van David. Hij verwacht van het nageslacht van David dezelfde goedertierenheid als van David zelf. David handelt hier later ook naar (2Sm 9:3; 6-7). De vijanden van David, die eventueel ook zijn kinderen kwaad zouden kunnen doen, geeft hij over aan het handelen van de HEERE.

De reden waarom Jonathan er zo naar verlangt dat hun vriendschap overgaat op zijn nageslacht, heeft te maken met zijn liefde voor David. Hij heeft David lief met de liefde van zijn ziel en hij verlangt ernaar dat David die liefde beantwoordt met een eed dat hij Jonathan liefheeft.

Verzen 18-23

Het teken met een boodschap


Na de bevestiging van hun liefde voor elkaar praten de vrienden verder over de actuele situatie om voor David de wil van de HEERE te leren kennen. Moet hij terug naar Saul of moet hij een vluchteling worden? De duidelijkheid daarover zal worden verkregen door Davids afwezigheid op een nieuwemaansdag. Als overste van het leger van Saul moet David zeker op die dag aanwezig zijn. Als hij drie dagen weg is, zal Saul zeker laten weten wat hij daarvan vindt.

De afspraak wordt gemaakt dat Jonathan na drie dagen de uitslag bekend zal maken. Dat zal gebeuren door het afschieten van pijlen in de richting van de plaats waar David zich schuilhoudt. Mogelijk maken ze deze afspraak omdat het niet zeker is dat Jonathan het persoonlijk tegen David zal kunnen zeggen. Door het teken van de afgeschoten pijlen zal Jonathan David duidelijk maken wat de gevoelens van Saul tegenover hem zijn.

Uit dit teken wordt de wil van de HEERE opgemaakt. Jonathan spreekt er alleen over dat de HEERE David wegzendt. Het lijkt alsof hij geen rekening houdt met de mogelijkheid dat de HEERE het zo bestuurt dat David terug kan gaan naar het hof van Saul. Hij wijst op de HEERE als Degene Die hem en David aan elkaar verbindt. Daar kan geen Saul scheiding tussen brengen.

Verzen 18-23

Het teken met een boodschap


Na de bevestiging van hun liefde voor elkaar praten de vrienden verder over de actuele situatie om voor David de wil van de HEERE te leren kennen. Moet hij terug naar Saul of moet hij een vluchteling worden? De duidelijkheid daarover zal worden verkregen door Davids afwezigheid op een nieuwemaansdag. Als overste van het leger van Saul moet David zeker op die dag aanwezig zijn. Als hij drie dagen weg is, zal Saul zeker laten weten wat hij daarvan vindt.

De afspraak wordt gemaakt dat Jonathan na drie dagen de uitslag bekend zal maken. Dat zal gebeuren door het afschieten van pijlen in de richting van de plaats waar David zich schuilhoudt. Mogelijk maken ze deze afspraak omdat het niet zeker is dat Jonathan het persoonlijk tegen David zal kunnen zeggen. Door het teken van de afgeschoten pijlen zal Jonathan David duidelijk maken wat de gevoelens van Saul tegenover hem zijn.

Uit dit teken wordt de wil van de HEERE opgemaakt. Jonathan spreekt er alleen over dat de HEERE David wegzendt. Het lijkt alsof hij geen rekening houdt met de mogelijkheid dat de HEERE het zo bestuurt dat David terug kan gaan naar het hof van Saul. Hij wijst op de HEERE als Degene Die hem en David aan elkaar verbindt. Daar kan geen Saul scheiding tussen brengen.

Verzen 24-34

Saul tracht Jonathan te doden


David verbergt zich op het veld, in afwachting van de boodschap die Jonathan zal brengen. Als het nieuwe maan is, gaat Saul op zijn gebruikelijke plaats zitten, bij de wand. Dit is een tactische plaats, want zo kan hij niet in de rug aangevallen worden. Misschien zegt het iets van zijn wantrouwen in hen die hem omringen. Iemand die jaloers is, vertrouwt niemand.

Het innemen van de plaatsen wordt levendig beschreven. Als Saul gaat zitten, staat Jonathan uit eerbied op. Abner, de legeroverste van Saul, zit naast Saul. Saul heeft alleen aandacht voor de plaats van David die leeg blijft. We horen wat hij daarvan denkt. Het typeert Saul. Hij kan niet anders dan in termen van rein en onrein denken. Hij is als de farizeeër die alleen op het uiterlijk let.

Tegelijk zegt het ook iets van David. Saul kent hem als iemand die nauwgezet de wet in acht neemt en liever wegblijft van een heilig feest dan er in onreinheid aan deel te nemen. Bij christenen zien we vaak het omgekeerde. Ze blijven enerzijds gemakkelijk weg uit de eigen samenkomsten (Hb 10:25) en nemen anderzijds lichtvaardig deel aan het heilig avondmaal (1Ko 11:27-30).

Op de tweede dag wil Saul weten waarom David niet gekomen is en vraagt ernaar. Hij stelt zijn vraag niet in het algemeen, maar doelgericht aan Davids vriend, zijn zoon Jonathan. Hij is ervan overtuigd dat Jonathan wel weet waar David is. Als Jonathan de afgesproken verklaring geeft, ontsteekt Saul in woede over Jonathan. Hij stort zijn hele gramschap over hem uit. Hierdoor ervaart Jonathan wat het betekent om een vriend van David te zijn. Het is niet mogelijk aan de kant van David te staan zonder de toorn van Saul over zich te krijgen. Zo vergaat het ook de christen die duidelijk voor Christus kiest.

Saul wijst Jonathan erop dat hij met zijn eigen positie speelt. Hij zal nooit koning kunnen zijn zolang David leeft. Dan geeft hij Jonathan de opdracht David te halen om hem te doden. Jonathan neemt het weer voor David op en vraagt zijn vader welke aanleiding er is om David te doden. Dan komt het duidelijke bewijs van de haat van zijn vader tegen David. Saul werpt zijn speer naar zijn eigen zoon om hem te doden.

Hier deelt Jonathan in het lot van David, die ook zo door Saul wordt gehaat, dat hij hem wil doden. De speer die meerdere keren naar David is geworpen, wordt nu naar diens vriend geworpen, al is het zijn eigen zoon. Op dezelfde wijze brengt een keus voor de Heer Jezus scheiding in families. Familieleden leveren een familielid over in handen van vijanden (Lk 21:16-17).

Verzen 24-34

Saul tracht Jonathan te doden


David verbergt zich op het veld, in afwachting van de boodschap die Jonathan zal brengen. Als het nieuwe maan is, gaat Saul op zijn gebruikelijke plaats zitten, bij de wand. Dit is een tactische plaats, want zo kan hij niet in de rug aangevallen worden. Misschien zegt het iets van zijn wantrouwen in hen die hem omringen. Iemand die jaloers is, vertrouwt niemand.

Het innemen van de plaatsen wordt levendig beschreven. Als Saul gaat zitten, staat Jonathan uit eerbied op. Abner, de legeroverste van Saul, zit naast Saul. Saul heeft alleen aandacht voor de plaats van David die leeg blijft. We horen wat hij daarvan denkt. Het typeert Saul. Hij kan niet anders dan in termen van rein en onrein denken. Hij is als de farizeeër die alleen op het uiterlijk let.

Tegelijk zegt het ook iets van David. Saul kent hem als iemand die nauwgezet de wet in acht neemt en liever wegblijft van een heilig feest dan er in onreinheid aan deel te nemen. Bij christenen zien we vaak het omgekeerde. Ze blijven enerzijds gemakkelijk weg uit de eigen samenkomsten (Hb 10:25) en nemen anderzijds lichtvaardig deel aan het heilig avondmaal (1Ko 11:27-30).

Op de tweede dag wil Saul weten waarom David niet gekomen is en vraagt ernaar. Hij stelt zijn vraag niet in het algemeen, maar doelgericht aan Davids vriend, zijn zoon Jonathan. Hij is ervan overtuigd dat Jonathan wel weet waar David is. Als Jonathan de afgesproken verklaring geeft, ontsteekt Saul in woede over Jonathan. Hij stort zijn hele gramschap over hem uit. Hierdoor ervaart Jonathan wat het betekent om een vriend van David te zijn. Het is niet mogelijk aan de kant van David te staan zonder de toorn van Saul over zich te krijgen. Zo vergaat het ook de christen die duidelijk voor Christus kiest.

Saul wijst Jonathan erop dat hij met zijn eigen positie speelt. Hij zal nooit koning kunnen zijn zolang David leeft. Dan geeft hij Jonathan de opdracht David te halen om hem te doden. Jonathan neemt het weer voor David op en vraagt zijn vader welke aanleiding er is om David te doden. Dan komt het duidelijke bewijs van de haat van zijn vader tegen David. Saul werpt zijn speer naar zijn eigen zoon om hem te doden.

Hier deelt Jonathan in het lot van David, die ook zo door Saul wordt gehaat, dat hij hem wil doden. De speer die meerdere keren naar David is geworpen, wordt nu naar diens vriend geworpen, al is het zijn eigen zoon. Op dezelfde wijze brengt een keus voor de Heer Jezus scheiding in families. Familieleden leveren een familielid over in handen van vijanden (Lk 21:16-17).

Verzen 35-40

De boodschap via het teken


Zoals is afgesproken, gaat Jonathan het veld in om David te berichten over de houding van zijn vader tegenover hem. Hij stuurt de jongen alvast in de richting waarheen hij de pijl zal schieten en spoort hem aan haast te maken. De jongen gehoorzaamt direct. Terwijl hij snel wegloopt, schiet Jonathan een pijl over hem heen en roept de jongen achterna dat de pijl verder bij hem vandaan ligt. De boodschap is voor David duidelijk. De boodschap is niet alleen duidelijk, hij is ook dringend. Er is haast geboden. Daarom spoort Jonathan de jongen tot grotere spoed aan.

Jonathan heeft de pijl heel ver weggeschoten als teken dat de haat van Saul heel ver gaat. David moet weten dat hij zijn leven niet meer zeker is. De pijl is een duidelijke boodschap. Hij komt in werkelijkheid uit de hand van de HEERE (1Sm 20:22).

Als de jongen zijn opdracht heeft vervuld, geeft Jonathan hem zijn wapens en stuurt hem terug naar de stad. De jongen is verder niet meer nodig. Hij heeft, zonder het zich bewust te zijn, een belangrijke taak verricht. Door trouw de bevelen van Jonathan op te volgen heeft hij bijgedragen aan de bescherming van David. Zo zullen er vaker acties door mensen zijn verricht die trouw hebben gedaan wat zij moesten doen, zonder dat zij zich bewust zijn geweest dat ze hebben bijgedragen aan bescherming van Gods kinderen die in gevaar verkeerden.

Verzen 35-40

De boodschap via het teken


Zoals is afgesproken, gaat Jonathan het veld in om David te berichten over de houding van zijn vader tegenover hem. Hij stuurt de jongen alvast in de richting waarheen hij de pijl zal schieten en spoort hem aan haast te maken. De jongen gehoorzaamt direct. Terwijl hij snel wegloopt, schiet Jonathan een pijl over hem heen en roept de jongen achterna dat de pijl verder bij hem vandaan ligt. De boodschap is voor David duidelijk. De boodschap is niet alleen duidelijk, hij is ook dringend. Er is haast geboden. Daarom spoort Jonathan de jongen tot grotere spoed aan.

Jonathan heeft de pijl heel ver weggeschoten als teken dat de haat van Saul heel ver gaat. David moet weten dat hij zijn leven niet meer zeker is. De pijl is een duidelijke boodschap. Hij komt in werkelijkheid uit de hand van de HEERE (1Sm 20:22).

Als de jongen zijn opdracht heeft vervuld, geeft Jonathan hem zijn wapens en stuurt hem terug naar de stad. De jongen is verder niet meer nodig. Hij heeft, zonder het zich bewust te zijn, een belangrijke taak verricht. Door trouw de bevelen van Jonathan op te volgen heeft hij bijgedragen aan de bescherming van David. Zo zullen er vaker acties door mensen zijn verricht die trouw hebben gedaan wat zij moesten doen, zonder dat zij zich bewust zijn geweest dat ze hebben bijgedragen aan bescherming van Gods kinderen die in gevaar verkeerden.

Verzen 41-42

Nederlandse verzen (41-43)

Afscheid


Als de jongen weg is, komt David tevoorschijn. Hij is nog steeds de dienaar tegenover de kroonprins, met wie hij ook een innige vriendschap heeft, en buigt zich diep voor hem neer. Het is een hartroerende ontmoeting, omdat ze weten dat het de laatste keer zal zijn dat ze elkaar zien. Dat ze elkaar toch nog een keer ontmoeten (1Sm 23:16), is geen herstel van de innige omgang die ze tot nu toe hebben gehad. Zo nemen ze afscheid van elkaar en gaan ieder hun eigen weg.

Jonathan heeft alles aan David gegeven. Hij heeft het voor hem opgenomen bij zijn vader. Hij heeft hem gekust. Hij is hem echter niet gevolgd in de weg van zijn verwerping. Ze gaan uit elkaar en zullen elkaar pas weer in hun innige verbondenheid terugvinden aan de andere zijde van de dood. David gaat het lijden tegemoet en vandaar naar de troon. Jonathan gaat niet met hem in het lijden en wordt ook niet met hem verheerlijkt. Hij gaat terug naar de stad en zal met zijn vader vallen op het gebergte van Gilboa.

Hoe we ook over Jonathan denken, hij is niet met David de weg van verdrukking en smaad gegaan. Hij wordt niet vermeld onder de helden van David die hem gevolgd zijn in het lijden en met hem worden verheerlijkt in zijn regering.

Toch is het ook goed om, hoe we ook over Jonathan denken, te bedenken dat een vergelijking tussen de mannen die bij David zijn en Jonathan niet helemaal opgaat. Jonathan had een andere positie. Wie heeft trouwens een toewijding en liefde voor David aan de dag gelegd als hij? David heeft aan hem nooit gevraagd hem te volgen.

Mogelijk is hij in zeker opzicht te vergelijken met de man die demonen uitdrijft, van wie Johannes tegen de Heer zegt dat zij – hij en de andere discipelen – het hem hebben verboden omdat hij hen niet volgt. Maar de Heer spreekt recht van de man en berispt Zijn discipelen (Lk 9:49-50). In elk geval zal Jonathan zijn vader zeker niet hebben meegeholpen in diens jacht op David.

Verzen 41-42

Nederlandse verzen (41-43)

Afscheid


Als de jongen weg is, komt David tevoorschijn. Hij is nog steeds de dienaar tegenover de kroonprins, met wie hij ook een innige vriendschap heeft, en buigt zich diep voor hem neer. Het is een hartroerende ontmoeting, omdat ze weten dat het de laatste keer zal zijn dat ze elkaar zien. Dat ze elkaar toch nog een keer ontmoeten (1Sm 23:16), is geen herstel van de innige omgang die ze tot nu toe hebben gehad. Zo nemen ze afscheid van elkaar en gaan ieder hun eigen weg.

Jonathan heeft alles aan David gegeven. Hij heeft het voor hem opgenomen bij zijn vader. Hij heeft hem gekust. Hij is hem echter niet gevolgd in de weg van zijn verwerping. Ze gaan uit elkaar en zullen elkaar pas weer in hun innige verbondenheid terugvinden aan de andere zijde van de dood. David gaat het lijden tegemoet en vandaar naar de troon. Jonathan gaat niet met hem in het lijden en wordt ook niet met hem verheerlijkt. Hij gaat terug naar de stad en zal met zijn vader vallen op het gebergte van Gilboa.

Hoe we ook over Jonathan denken, hij is niet met David de weg van verdrukking en smaad gegaan. Hij wordt niet vermeld onder de helden van David die hem gevolgd zijn in het lijden en met hem worden verheerlijkt in zijn regering.

Toch is het ook goed om, hoe we ook over Jonathan denken, te bedenken dat een vergelijking tussen de mannen die bij David zijn en Jonathan niet helemaal opgaat. Jonathan had een andere positie. Wie heeft trouwens een toewijding en liefde voor David aan de dag gelegd als hij? David heeft aan hem nooit gevraagd hem te volgen.

Mogelijk is hij in zeker opzicht te vergelijken met de man die demonen uitdrijft, van wie Johannes tegen de Heer zegt dat zij – hij en de andere discipelen – het hem hebben verboden omdat hij hen niet volgt. Maar de Heer spreekt recht van de man en berispt Zijn discipelen (Lk 9:49-50). In elk geval zal Jonathan zijn vader zeker niet hebben meegeholpen in diens jacht op David.

Bibliografische Informatie
de Koning, Ger. Commentaar op 1 Samuel 20". "Kingcomments op de hele Bijbel". https://www.studylight.org/commentaries/dut/kng/1-samuel-20.html. 'Stichting Titus' / 'Stichting Uitgeverij Daniël', Zwolle, Nederland. 2021.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile