Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Zacharia 6

1 En ik hief mijne ogen weder op en zag, en zie, daar waren vier wagens, die kwamen van tussen twee bergen tevoorschijn; en die bergen waren van koper.2 Aan den eersten wagen waren rode paarden, aan den tweeden wagen waren zwarte paarden,3 aan den derden wagen waren witte paarden, aan den vierden waren waren gevlekte, moedige paarden.4 En ik antwoordde en zeide tot den Engel, die met mij sprak: Mijn Heer, wat beduiden deze?5 De Engel antwoordde en sprak tot mij: Dit zijn de vier winden des hemels, die uitgaan van waar zij stonden voor den Heerser aller landen.6 De zwarte paarden, die aan den enen waren, gingen naar het Noorden en de witte gingen hen achterna, en de gevlekte naar het Zuiden.7 En de moedige gingen en vertrokken om door de gehele aarde te trekken; want hij zeide: Gaat heen en trekt door de aarde. En zij trokken door de aarde.8 En hij riep mij en sprak tot mij, zeggende: Zie, die naar het Noorden trekken, doen mijnen Geest rusten op het land van het Noorden.

9 En het woord des Heren geschiedde tot mij, zeggende:10 Neem van de gevangenen, die uit Babel gekomen zijn, namelijk van Heldai, van Toba en van Jedaja; en kom ook op denzelfden dag en ga in het huis van Josa, den zoon van Zefanja.11 Neem zilver en goud en maak kronen en zet ze op het hoofd van Jozua, den zoon van Jozadak, den hogepriester; en zeg tot hem:12 Dus spreekt de Heer Zebath: Zie, daar is een man, wiens naam Spruit is; want uit zijnen grond zal hij opspruiten en hij zal den tempel des Heren bouwen;13 ja, hij zal den tempel des Heren bouwen, en zal sieraad dragen en zal zitten en heersen op zijnen troon; hij zal ook priester zijn op zijnen troon, en er zal vrede tussen die beide bedieningen zijn.14 En deze kronen zullen voor Helem, Toba, Jedaja en Hen, den zoon van Zefanja, tot ene gedachtenis zijn in den tempel des Heren.15 En van verre zullen komen die aan den tempel des Heren zullen bouwen; dan zult gij gewaarworden, dat de Heer Zebath mij tot u gezonden heeft. En dit zal geschieden, indien gij zult horen naar de stem van den Heer uwen God.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile