the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Romeinen 13
1 Een ieder zij onderdanig aan de overheid, die macht over hem heeft; want er is geen overheid dan van God, en waar ene overheid is, is zij door God ingesteld.2 Wie zich nu tegen de overheid stelt, die wederstaat Gods instelling; en wie deze wederstaan, zullen over zichzelve een oordeel brengen.3 Want niet voor de goede werken, maar voor de kwade zijn de overheden te vrezen. Wilt gij nu niet vrezen voor de overheid, zo doe het goede, en gij zult lof van haar hebben;4 want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar doet gij kwaad, zo vrees, want zij draagt het zwaard niet te vergeefs; zij is Gods dienares, ene wreekster tot straf voor dengene, die kwaad doet.5 Daarom is het nodig onderdanig te zijn, niet alleen om de straf, maar ook om het geweten.6 Daarom moet gij ook schatting geven; want zij zijn Gods dienaars, die daartoe aanhoudend werkzaam zijn.
7 Zo geeft dan aan ieder wat gij schuldig zijt, schatting, wien de schatting toebehoort, tol, wien de tol toebehoort, vrees, wien de vrees toebehoort, eer, wien de eer toebehoort.8 Zijt niemand iets schuldig, dan dat gij elkander liefhebt; want wie den ander liefheeft, die heeft de wet vervuld.9 Want hetgeen gezegd is: "Gij zult geen overspel doen, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult geen valse getuigenis geven, gij zult niet begeren", en zo er enig ander gebod meer is, dat wordt in dit woord begrepen: "Gij zult uwen naaste liefhebben als uzelven".10 De liefde doet den naaste geen kwaad: zo is dan de liefde de vervulling der wet.
11 En te meer, omdat wij dit weten, namelijk den tijd, dat de ure Dr is om op te staan van den slaap; nademaal onze zaligheid nu nader is dan toen wij gelovig werden.12 De nacht is voorbijgegaan en de dag is nabijgekomen: zo laat ons nu afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen des lichts;13 laat ons eerbaar wandelen als bij den dag, niet in brasserij en dronkenschap, niet in ontucht en oneerbaarheid, niet in twist en nijd;14 maar trekt den Heer Jezus Christus aan; en verzorgt het lichaam, doch niet tot begeerlijkheden.