the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 79
1 Een psalm van Asaf. Heer, heidenen zijn in uw erfdeel gevallen, zij hebben uwen heiligen tempel verontreinigd, en van Jeruzalem steenhopen gemaakt.2 Zij hebben de lijken uwer knechten aan de vogelen des hemels te verslinden gegeven, en het vlees uwer heiligen aan de dieren in het land.3 Zij hebben hun bloed vergoten rondom Jeruzalem als water, en er was niemand, die hen begroef.4 Wij zijn onzen naburen tot een smaad geworden, tot een spot en hoon dengenen, die rondom ons zijn.5 Heer, hoelang zult gij zo geheel toornig zijn, en uwen ijver als vuur laten branden?
6 Schud uwe grimmigheid uit op de heidenen, die U niet kennen, en op koninkrijken, die uwen naam niet aanroepen.7 Want zij hebben Jakob verslonden, en zijne huizen verwoest.8 Gedenk niet onze vorige misdaden; ontferm U spoedig over ons, want wij zijn zeer verminderd.9 Help ons, God onze helper, om de eer uws naams; red ons en vergeef ons onze zonden, om uws naams wil.10 Waarom laat gij de heidenen zeggen: Waar is nu hun God? Laat onder de heidenen voor onze ogen bekend worden de wraak over het bloed uwer knechten, dat vergoten is.11 Laat het zuchten der gevangenen voor U komen; behoud nog door uwen groten arm de kinderen des doods;12 en vergeld onzen naburen zevenvoudig in hunnen boezem den smaad, waarmede zij U, Heer, gesmaad hebben.13 Maar wij, uw volk, de schapen uwer weide, danken U eeuwiglijk, en verkondigen uwen roem immer en altoos.