the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 77
1 Een psalm van Asaf, voor Jeduthun, om voor te zingen. (77-2) Ik roep met mijne stem tot God; tot God roep ik, en Hij verhoort mij.2 (77-3) In den tijd van mijnen nood zoek ik den Heer; mijne hand is des nachts uitgestrekt en laat niet af, want mijne ziel wil zich niet laten troosten.3 (77-4) Als ik bedroefd ben, dan denk ik aan God; wanneer mijn hart in angst is, dan spreek ik. Sela.4 (77-5) Gij houdt mijne ogen wakende; ik ben zo onmachtig, dat ik niet spreken kan.5 (77-6) Ik denk aan den ouden tijd, aan de verledene jaren.6 (77-7) Ik denk des nachts aan mijn snarenspel, en spreek in mijn hart, en ik peins in mijn gemoed:7 (77-8) Zal dan de Heer eeuwiglijk verstoten en geen genade meer betonen?8 (77-9) Is het dan geheel uit met zijne goedheid, en heeft de belofte een einde?9 (77-10) Heeft God vergeten genadig te zijn, en zijne barmhartigheid uit toorn toegesloten? Sela.10 (77-11) Maar echter sprak ik: Ik moet dit lijden; de rechterhand des Allerhoogsten kan alles veranderen.
11 (77-12) Daarom gedenk ik aan de daden des Heren, ja ik gedenk aan uwe aloude wonderen,12 en overpeins al uwe werken, (77-13) en spreek van uw doen.13 (77-14) God, uw weg is heilig: waar is zulk een machtig God, als Gij, o God, zijt?14 (77-15) Gij zijt die God, die wonderen doet; Gij hebt uwe macht betoond onder de volken.15 (77-16) Gij hebt uw volk verlost door uwe macht, de kinderen van Jakob en Jozef. Sela.16 (77-17) De wateren zagen U, o God, de wateren zagen U, en werden beangst; en de diepten werden beroerd.17 (77-18) De dikke wolken stortten water uit, de wolken donderen, en de stralen vlogen daarheen.18 (77-19) Het donderde in den hemel; uwe bliksemstralen verlichtten den aardbodem; het aardrijk was ontzet en beefde er van.19 (77-20) Uw weg was in de zee, en uw pad in grote wateren, en men bespeurde echter uwen voet niet.20 (77-21) Gij leiddet uw volk gelijk ene kudde schapen, door de hand van Mozes en Aron.