Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Psalmen 69

1 Een psalm van David om voor te zingen; van de rozen. (69-2) God, help mij; want het water is tot aan de ziel gekomen.2 (69-3) Ik zink in diepen modder, waar geen grond is, ik ben in diepe wateren, en de vloed overstelpt mij.3 (69-4) Ik heb mij moede geroepen, mijne keel is hees, het gezicht vergaat mij, omdat ik zolang moet wachten op mijnen God.4 (69-5) Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan ik haren op mijn hoofd heb; die mij onverdiend vijandig zijn en mij verderven, zijn machtig; ik moet betalen hetgeen ik niet geroofd heb.5 (69-6) God, Gij weet mijne dwaasheid, en mijne schulden zijn U niet verborgen.6 (69-7) Laat in mij niet te schande worden wie U verwachten, Heer; Heer Zebath laat in mij niet schaamrood worden wie U zoeken, God van Isral.7 (69-8) Want om uwentwil draag ik smaad, mijn aangezicht is bedekt met schande;8 (69-9) ik ben een vreemde geworden voor mijne broeders, en een onbekende voor de kinderen mijner moeder.9 (69-10) Want de ijver voor uw huis heeft mij verteerd, en de smaadredenen dergenen, die u smaden, vallen op mij.10 (69-11) En ik ween en vast bitterlijk, en men bespot mij nog daarenboven.11 (69-12) Ik heb een zak aangetrokken, maar zij drijven met mij temeer den spot;12 die in de poort zitten praten van mij, (69-13) en in de drinkgelagen zingt men van mij.

13 (69-14) Maar ik bid, Heer, tot U, in den aangenamen tijd, door uwe grote goedheid, o God: verhoor mij met uwe trouwe hulp.14 (69-15) Red mij uit het slijk, opdat ik niet verzinke; red mij van mijne haters en uit het diepe water;15 (69-16) opdat de watervloed mij niet overstelpe, en de diepte mij niet verslinde, en de mond des kuils niet over mij toega.16 (69-17) Verhoor mij, o Heer, want uwe goedheid is troostrijk; keer U tot mij, naar uwe grote barmhartigheid;17 (69-18) en verberg uw aangezicht niet voor uwen knecht, want mij is bang; verhoor mij spoedig.18 (69-19) Nader tot mijne ziel en verlos haar; om mijner vijanden wil, verlos mij.19 (69-20) Gij kent mijne smaadheid, schande en schaamte; mijne tegenpartijders zijn allen Vr U.20 (69-21) De smaad breekt mij het hart en krenkt mij, ik wacht, of het iemand jammert, maar er is niemand, en op vertroosters, maar ik vind er geen.21 (69-22) En zij geven mij gal te eten, en edik te drinken in mijnen groten dorst.

22 (69-23) Hunne tafel moge voor hen tot een strik worden, tot ene vergelding en tot een valstrik;23 (69-24) hunne ogen mogen duister worden, dat zij niet zien, en laat hunne lendenen altoos waggelen.24 (69-25) Stort uwe ongenade over hen uit, en de gloed uws toorns grijpe hen aan.25 (69-26) Hunne woning moge woest worden, en er zij niemand, die in hunne hutten woont.26 (69-27) Want zij vervolgen, wie Gij geslagen hebt, en roemen, dat Gij de uwen zeer slaat.27 (69-28) Laat hen vallen uit de ene zonde in de andere, zodat zij niet komen tot uwe gerechtigheid.28 (69-29) Delg hen uit het boek der levenden, zodat zij met de rechtvaardigen niet aangeschreven worden.29 (69-30) Maar ik ben ellendig en in smart; God, uwe hulp beschutte mij!

30 (69-31) Ik wil den naam Gods loven met een lied, en zal Hem hogelijk eren met dankzegging.31 (69-32) Dit zal den Heer beter behagen dan varren, die hoornen en verdeelde klauwen hebben.32 (69-33) De ellendigen zien het en verheugen zich; en gij, die God zoekt, dat dit uw hart verkwikke.33 (69-34) Want de Heer hoort de armen, en veracht zijne gevangenen niet.34 (69-35) Hem love hemel, aarde en zee en al wat zich daarin beweegt.35 (69-36) Want God zal Sion helpen, en de steden van Juda bouwen, opdat men aldaar wone en ze bezitte; en het zaad aldaar wone en ze bezitte;36 (69-37) en het zaad zijner knechten zal ze berven, en wie zijnen naam liefhebben zullen daarin wonen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile