the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 47
1 Een psalm voor de kinderen van Korach, om voor te zingen. (47-2) Klapt in de handen, gij volken alle; juicht Gode met een jubelgezang.2 (47-3) Want de Heer, de Allerhoogste, is geducht, een groot koning over den gehelen aardbodem.3 (47-4) Hij zal de volken onder ons vernederen, en de natin onder onze voeten.4 (47-5) Hij verkiest voor ons een erfdeel, de heerlijkheid van Jakob, dien Hij liefheeft. Sela.
5 (47-6) God trekt op onder gejuich, de Heer onder bazuingeschal.6 (47-7) Zingt lof, zingt Gode lof, zingt lof, zingt lof onzen koning.7 (47-8) Want God is koning op den gehele aardbodem; zingt Hem dan een gezang.8 (47-9) God is koning over de volken; God zit op zijnen heiligen troon.9 (47-10) De vorsten der volken zijn verzameld tot het volk van Abrahams God; want de schilden der aarde zijn Godes; Hij is zeer verheven.