the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 30
1 Een psalm, te zingen ter inwijding van Davids huis. (30-2) Ik prijs u, Heer, want Gij hebt mij verhoogd, en niet toegelaten, dat mijne vijanden zich over mij verheugen.2 (30-3) Heer, mijn God, toen ik tot U riep, maaktet Gij mij gezond.3 (30-4) Heer, Gij hebt mijne ziel uit het graf getogen, Gij hebt mij in het leven behouden, toen anderen in het graf nedervoeren.4 (30-5) Gij heiligen, zingt den lof des Heren, dankt en prijst zijne heiligheid.5 (30-6) Want zijn toorn duurt een ogenblik, maar zijne gunst een leven lang: des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er vreugde.
6 (30-7) Ik zeide, toen het mij wl ging: Ik zal nimmer ter neder liggen; want,7 (30-8) Heer, door uw welbehagen hadt Gij mijnen berg sterk gemaakt; maar toen Gij uw aangezicht verborgt, verschrikte ik.8 (30-9) Ik riep, Heer, tot U, den Heer smeekte ik:9 (30-10) Wat nut is er aan mijn bloed, als ik dood ben? Zal het stof U ook danken en uwe trouw verkondigen?10 (30-11) Heer, hoor en wees mij genadig; Heer, wees mijn helper.11 (30-12) Gij hebt mijne klacht veranderd in een rei, Gij hebt mijnen zak uitgetrokken, en mij met vreugde omgord,12 (30-13) opdat mijne eer uwen lof zinge en niet ophoude. Heer, mijn God, ik zal U danken in eeuwigheid.