the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 101
1 Een psalm van David. Van genade en recht zal ik zingen, en U, o Heer, lofzingen.2 Ik handel voorzichtig en oprecht bij degenen, die mij toebehoren, en wandel getrouwelijk in mijn huis.3 Ik neem geen kwade zaak voor mij; ik haat den overtreder, en laat hem niet bij mij blijven.4 Een verkeerd hart moet van mij wijken; den boze duld ik niet.5 Wie van zijnen naaste heimelijk kwaad spreekt, dien verdelg ik; ik mag hem niet, die hoog van ogen en trots van hart is.6 Mijne ogen zien naar de getrouwen in het land, opdat zij bij mij wonen; en ik heb gaarne vrome dienaars.7 Valse lieden houd ik niet in mijn huis, leugenaars zullen niet voor mij bestendig zijn.8 Iederen morgen wil ik verdelgen alle goddelozen in het land, om alle kwaaddoeners uit te roeien uit de stad des Heren.