the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Numeri 8
1 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:2 Spreek tot Aron en zeg tot hem: Als gij de lampen aansteekt, zo zult gij die aldus zetten, dat zij alle zeven van voren aan den kandelaar lichten.3 En Aron deed zo, en stak de lampen aan, naar de voorzijde des kandelaar gekeerd, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.4 En die kandelaar was van dicht goud, beide zijn standaard en zijne bloemen; naar het gezicht, hetwelk de Heer aan Mozes vertoond had, had hij den kandelaar gemaakt.
5 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:6 Neem de Levieten uit de kinderen Israls en reinig hen.7 En aldus zult gij met hen doen om hen te reinigen: gij zult het water der ontzondiging op hen sprengen; en zij zullen al hunne haren geheel afscheren en hunne klederen wassen; dan zijn zij rein.8 Dan zullen zij nemen een jongen var, en zijn spijsoffer, meelbloem met olie gemengd; en een anderen jongen var zult gij tot een zondoffer nemen.9 En gij zult de Levieten Vr de tent der samenkomst brengen, en de gehele gemeente der kinderen Israls verzamelen,10 en de Levieten voor den Heer brengen; en de kinderen Israls zullen hunne handen op de Levieten leggen.11 En Aron zal de Levieten Vr den Heer bewegen vanwege de kinderen Israls, opdat zij dienen mogen den dienst des Heren.12 En de Levieten zullen hunne handen op het hoofd der varren leggen; en de ene zal den Heer tot een zondoffer, de andere tot een brandoffer bereid worden, om de Levieten te verzoenen.13 En gij zult de Levieten Vr Aron en zijne zonen stellen, en hen Vr den Heer bewegen.14 En gij zult hen alzo afzonderen van de kinderen Israls, opdat zij de mijnen zijn.15 Daarna zullen zij ingaan, om te dienen in de tent der samenkomst; alzo zult gij hen reinigen en bewegen.16 Want zij zijn mijn geschenk van de kinderen Israls, en Ik heb hen voor mij genomen in plaats van al wat de baarmoeder breekt, namelijk in plaats van de eerstgeborenen aller kinderen Israls.17 Want alle eerstgeborenen onder de kinderen Israls zijn de mijne, zo van de mensen als van het vee, sedert dien tijd, dat Ik alle eerstgeborenen in Egypteland sloeg en hen Mij heiligde;18 en Ik nam de Levieten aan in plaats van alle eerstgeborenen onder de kinderen Israls,19 en gaf hen aan Aron en zijne zonen tot een geschenk uit de kinderen Israls, om te dienen den dienst der kinderen Israls in de tent der samenkomst, om de kinderen Israls te verzoenen, opdat er geen plaag zou zijn onder de kinderen Israls, als zij naderen wilden tot het heiligdom.20 En Mozes en Aron benevens de gehele gemeente der kinderen Israls deden met de Levieten alles, wat de Heer aan Mozes geboden had.21 En de Levieten ontzondigden zich en wiesen hunne klederen, en Aron bewoog hen Vr den Heer, en verzoende hen, zodat zij rein werden.22 Daarna gingen zij om hun ambt te verrichten in de tent der samenkomst, Vr Aron en zijne zonen; gelijk de Heer aan Mozes geboden had aangaande de Levieten, zo deden zij met hen.23 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:24 Dit is het wat den Levieten betaamt: van vijf en twintig jaar en daarboven zijn zij bekwaam tot het ambt en den dienst in de tent der samenkomst.25 Maar van het vijftigste jaar af zullen zij vrij zijn van het ambt van den dienst, en zullen niet meer dienen;26 maar zij zullen hunne broeders helpen bij de wacht in de tent der samenkomst; doch het ambt zullen zij niet bedienen. Alzo zult gij met de Levieten doen, opdat elk zijne wacht waarneme.