the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Numeri 7
1 En toen Mozes de woning opgericht en haar gezalfd en geheiligd had, benevens al haar gereedschap, alsmede het altaar met al zijn gereedschap had gezalfd en geheiligd,2 toen offerden de vorsten van Isral, die hoofden waren in hunne vaderlijke huizen; want zij waren de oversten der stammen en stonden bovenaan onder degenen, die geteld waren.3 En zij brachten hun offer voor den Heer, zes overdekte wagens en twaalf runderen, telkens n wagen voor twee vorsten en n os voor elken vorst, en zij brachten die Vr de woning.4 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:5 Neem het van hen, opdat het strekke tot den dienst van de tent der samenkomst, en geef het aan de Levieten, aan een ieder naar zijn ambt.6 Toen nam Mozes die wagens en runderen en gaf ze aan de Levieten.7 Twee wagens en vier runderen gaf hij aan de zonen van Gerson naar hun ambt;8 en vier wagens en acht runderen gaf hij aan de zonen van Merari naar hun ambt, in de hand van Ithamar, den zoon van Aron, den priester.9 Maar aan de zonen van Kohath gaf hij niets, omdat zij den dienst des heiligdoms op zich hadden, hetwelk zij op hunne schouders moesten dragen.
10 En de vorsten offerden tot de inwijding des altaars, op den dag dat het gewijd werd; en zij brachten hunne gave voor het altaar.11 En de Heer sprak tot Mozes: Laat op elken dag n vorst zijn offer brengen tot de inwijding des altaars.12 Op den eersten dag offerde Nahesson, Amminadabs zoon, van den stam Juda.13 En zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;14 daarnevens ene gouden schaal, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,15 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,16 een geitebok tot een zondoffer;17 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Nahesson, Amminadabs zoon.18 Op den tweeden dag offerde Nethanel, Zuars zoon, de vorst van Issaschar.19 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd tot een spijsoffer;20 daarbenevens ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,21 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,22 een geitebok tot een zondoffer;23 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Nethanel, Zuars zoon.24 Op den derden dag de vorst der kinderen van Zebulon, Eliab, Helons zoon.25 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;26 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,27 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,28 een geitebok tot een zondoffer;29 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Eliab, Helons zoon.30 Op den vierden dag de vorst der kinderen van Ruben, Elizur, Seders zoon.31 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;32 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,33 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,34 een geitebok tot een zondoffer;35 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Elizur, Seders zoon.36 Op den vijfden dag de vorst der kinderen van Simeon, Selumil, de zoon van Zurisaddai.37 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;38 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,39 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,40 een geitebok tot een zondoffer;41 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Selumil, den zoon van Zurisaddai.42 Op den zesden dag de vorst der kinderen van Gad, Eljasaf, Dehuls zoon.43 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;44 een gouden lepel tien sikkels goud waard, vol reukwerk,45 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,46 een geitebok tot een zondoffer;47 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Eljasaf, Dehuls zoon.48 Op den zevenden dag de vorst der kinderen van Efram, Elisama, Ammihuds zoon.49 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;50 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,51 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,52 een geitebok tot een zondoffer;53 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Elisama, Ammihuds zoon.54 Op den achtsten dag de vorst der kinderen van Manasse, Gamalil, Pedazurs zoon.55 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;56 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,57 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,58 een geitebok tot een zondoffer;59 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Gamalil, Pedazurs zoon.60 Op den negenden dag de vorst der kinderen van Benjamin, Abidan, de zoon van Gideoni.61 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;62 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,63 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,64 een geitebok tot een zondoffer;65 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Abidan, den zoon van Gideoni.66 Op den tienden dag de vorst der kinderen van Dan, Ahizer, de zoon van Ammisaddai.67 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd voor een spijsoffer;68 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,69 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,70 een geitebok tot een zondoffer;71 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Ahizer, den zoon van Ammisaddai.72 Op den elfden dag de vorst der kinderen van Aser, Pagil, Ochrans zoon.73 Zijne gave was een zilveren schotel honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer;74 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,75 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,76 een geitebok tot een zondoffer;77 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Pagil, Ochrans zoon78 Op den twaalfden dag de vorst der kinderen van Naftali, Ahira, Enans zoon.79 Zijne gave was een zilveren schotel, honderd en dertig sikkels waard, een zilveren bekken, zeventig sikkels waard, naar den sikkel des heiligdoms, beide vol meelbloem met olie gemengd, tot een spijsoffer,80 ene gouden lepel, tien sikkels goud waard, vol reukwerk,81 een var van de runderen, een ram, een njarig lam tot een brandoffer,82 een geitebok tot een zondoffer;83 en tot een dankoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bokken en vijf njarige lammeren. Dit is de gave van Ahira, Enans zoon.84 Dit was de inwijding des altaars ten tijde, toen het gewijd werd, waartoe de vorsten Israls brachten twaalf zilveren schotels, twaalf zilveren bekkens, twaalf gouden lepels;85 zodat elke schotel honderd en dertig sikkels zilver, en elk bekken zeventig sikkels bedroeg; zodat de som van al het zilver aan de vaten was twee duizend vierhonderd sikkels, naar den sikkel des heiligdoms.86 En van de twaalf gouden lepels, vol reukwerk, bedroeg elk tien sikkels, naar den sikkel des heiligdoms; zodat de som van het goud aan de schalen was honderd en twintig sikkels.87 De som der runderen tot een brandoffer was twaalf varren, twaalf rammen, twaalf njarige lammeren, met hun spijsoffer; en twaalf geitebokken tot een zondoffer.88 En de som der runderen tot een dankoffer was vier en twintig varren, zestig rammen, zestig bokken, zestig njarige lammeren. Dit is de inwijding des altaars, toen het gewijd werd.89 En als Mozes in de tent der samenkomst ging om met God te spreken, dan hoorde hij de stem, die tot hem sprak van het verzoendeksel, dat op de ark der getuigenis is; tussen de twee cherubim aldaar werd met hem gesproken.