the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Johannes 3
1 En er was een mens uit de Farizen, genaamd Nikodemus, een overste der Joden.2 Die kwam tot Jezus bij nacht, en zeide tot hem: Rabbi, wij weten, dat gij zijt een leeraar van God gekomen; want niemand kan de tekenen doen, die gij doet, zo God niet met hem is.3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar ik zeg u: Tenzij iemand op nieuw geboren worde, kan hij het rijk Gods niet zien.4 Nikodemus zeide tot hem: Hoe kan een mens geboren worden, als hij oud is? Kan hij ook wederom in den moederschoot ingaan en geboren worden?5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar ik zeg u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij in het rijk Gods niet komen.6 Wat uit vlees geboren wordt, dat is vlees, en wat uit den Geest geboren wordt, dat is geest.7 Verwonder u niet, dat ik u gezegd heb: Gij moet op nieuw geboren worden.8 De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn suizen wel, maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat. Alzo is ieder, die uit den Geest geboren is.9 Nikodemus antwoordde en zeide tot hem: Hoe kan dit geschieden?10 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zijt gij een meester in Isral, en weet dit niet?11 Voorwaar, voorwaar ik zeg u: Wij spreken hetgeen wij weten, en getuigen wat wij gezien hebben, en gij neemt onze getuigenis niet aan.12 Gelooft gij niet, als ik u aardse dingen zeg, hoe zult gij geloven, indien ik u hemelse dingen zou zeggen?13 En niemand is ten hemel opgevaren dan die uit den hemel nedergekomen is, namelijk des Mensen Zoon, die in den hemel is.14 En gelijk Mozes in de woestijn een slang verhoogd heeft, alzo moet des Mensen Zoon verhoogd worden,15 opdat allen, die in hem geloven, niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben.16 Want alzo heeft God de wereld liefgehad, dat hij zijnen eengeboren Zoon gegeven heeft, opdat allen, die in hem geloven, niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben.17 Want God heeft zijnen Zoon niet in de wereld gezonden, opdat hij de wereld oordelen zou, maar opdat de wereld door hem zalig zou worden.18 Wie in hem gelooft, die wordt niet geoordeeld; maar wie niet gelooft, die is alreeds geoordeeld, want hij gelooft niet in den naam van den eengeboren Zoon Gods.19 En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht; want hunne werken waren boos.20 Want wie kwaad doet, die haat het licht, en komt niet tot het licht, opdat zijne werken niet bestraft worden;21 maar wie de waarheid doet, die komt tot het licht, opdat zijne werken openbaar worden, want zij zijn in God gedaan.
22 Daarna kwam Jezus en zijne jongeren in het land van Juda, en onthield zich aldaar met hen, en doopte.23 En Johannes doopte ook nog te Enon nabij Salim, omdat aldaar veel water was; en zij kwamen daarheen en lieten zich dopen.24 Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen.25 Toen ontstond er ene twistvraag onder de jongeren van Johannes met een Jood over de reiniging;26 en zij kwamen tot Johannes en zeiden tot hem: Rabbi, die bij u was over den Jordaan, van wien gij getuigenis gaaft, zie, die doopt, en iedereen komt tot hem.27 Johannes antwoordde en zeide: Een mens kan niets nemen, zo het hem niet uit den hemel gegeven wordt.28 Gij zelve zijt mijne getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet, maar ben Vr hem uitgezonden.29 Wie de bruid heeft, die is de bruidegom; maar de vriend des bruidegoms staat en hoort hem aan, en verblijdt zich zeer over de stem des bruidegoms. Deze mijne blijdschap is nu vervuld.30 Hij moet wassen, maar ik moet afnemen.31 Die van boven komt, is boven alles. Wie van de aarde is, die is van de aarde en spreekt van de aarde. Die uit den hemel komt is boven allen.32 En hij getuigt wat hij gezien en gehoord heeft, en zijne getuigenis neemt niemand aan.33 Maar wie haar aanneemt, die bezegelt dat God waarachtig is;34 want hij, dien God gezonden heeft, die spreekt Gods woorden; want God geeft den Geest niet met mate.35 De Vader heeft den Zoon lief, en heeft hem alles in zijne hand gegeven.36 Wie in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar wie den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.