Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Job 7

1 Heeft niet de mens altijd een strijd op aarde, en zijn zijne dagen niet als de dagen eens dagloners?2 Gelijk een knecht hijgt hij naar de schaduw, en een dagloner naar het einde van zijnen arbeid,3 alzo heb ik wel gehele maanden te vergeefs gezwoegd, en de ellendige nachten zijn mij vele geworden.4 Als ik mij nederleg, dan zeg ik: Wanneer zal ik opstaan? En de avond werd mij lang en ik werd zat van het woelen, totdat het duister werd.5 Mijn vlees is met wormen, en met vuil stof bedekt; mijne huid is verschroeid en teniet gegaan;6 mijne dagen zijn sneller weggevlogen dan een weversspoel; en zij zijn vergaan, zodat er geen ophouden aan geweest is.

7 Gedenk, dat mijn leven een ademtocht is, en mijne ogen niet wederkomen om het goede te zien.8 Ook zal geen levend oog mij meer aanschouwen; uwe ogen zien op mij, maar ik ben niet meer.9 Ene wolk vergaat en drijft weg; alzo zal hij, die in het graf nederdaalt, niet weder opkomen;10 hij zal niet weder in zijn huis komen, en zijne plaats kent hem niet meer.11 Daarom kan ik mijnen mond niet weerhouden, ik moet spreken van den angst mijns harten, en zal klagen vanwege de droefenis mijner ziel.12 Ben ik dan ene zee of een walvis, dat Gij mij zo bewaart?13 Als ik dacht: Mijn bed zal mij troosten, mijne legerstede zal mijn leed verlichten,14 dan verschriktet Gij mij met dromen, en deedt mij gruwen voor gerichten;15 zodat mijne ziel wenste verstikt te zijn, en mijn gebeente dood.16 Ik begeer niet meer te leven; laat van mij af, want mijne dagen zijn te vergeefs geweest.

17 Wat is een mens, dat Gij hem zo groot acht, en U over hem bekommert?18 Gij bezoekt hem dagelijks, en beproeft hem alle uren.19 Waarom keert Gij U niet van mij, en laat niet af, totdat ik mijn speeksel inslik?20 Heb ik gezondigd, wat zal ik U doen, o Menschenhoeder? Waarom maakt Gij mij, dat gij op mij aanloopt, zodat ik mijzelven tot een last ben?21 En waarom vergeeft Gij mij mijne misdaad niet, noch neemt mijne zonde weg? Want nu zal ik mij in de aarde leggen, en als men mij morgen zoekt, zo zal ik er niet meer zijn.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile