the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Job 5
1 Roep toch: zult gij er een vinden, die u zal antwoorden? En zie om onder de heiligen, tot wien gij u wenden kunt.2 Maar de toorn verworgt een dwaas, en de ijver doodt den onverstandige.3 Ik zag een dwaas ingeworteld, en ik vloekte terstond zijn huis;4 zijne kinderen zullen ver zijn van het heil, en zij zullen verslagen worden in de poort, zonder dat er een verlosser zal zijn.5 De hongerige zal zijnen oogst eten, en ook uit de heggen hem halen; en de dorstigen zullen zijn goed verslinden.
6 Want moeite gaat niet uit de aarde op, en ongeluk groeit niet uit den akker;7 maar de mens wordt tot ongeluk geboren; gelijk de vogels zweven in de hoogte om te vliegen.8 Doch ik zou mij tot God wenden en mijne zaak voor Hem brengen,9 die grote dingen doet, welke niet zijn te onderzoeken, en wonderen, die niet te tellen zijn;10 die den regen op het land geeft, en water laat komen op de straten;11 die nederigen verhoogt, en bedroefden ophelpt.12 Hij maakt teniet de aanslagen der listigen, dat hunne hand het niet kan uitvoeren.13 Hij vangt de wijzen in hunne listigheid, en verijdelt den raad der verkeerden;14 dat zij bij dag in de duisternis lopen, en op den middag tasten als in den nacht.15 Maar Hij redt den arme van het zwaard, en van hunnen mond en van de hand des machtigen,16 en het is de hoop des armen, dat de boosheid haren mond zal moeten toehouden.
17 Zie, welgelukzalig is de mens, dien God kastijdt: daarom weiger de tuchtiging des Almachtigen niet.18 Want Hij kwetst, en verbindt; Hij wondt en zijne hand heelt ook weder.19 Uit zes droefenissen zal Hij u redden, en in de zevende zal geen kwaad u aanroeren.20 In den duren tijd zal Hij u van den dood verlossen, en in den oorlog van de slagen des zwaards.21 Hij zal u verbergen voor den geesel der tong, en gij zult niet vrezen voor het verderf, als het komt.22 In het verderf en den honger zult gij lachen, en voor de wilde dieren in het land niet vrezen;23 maar uw verbond zal zijn met de stenen op het veld, en de wilde dieren op het land zullen vrede met u houden.24 Gij zult bevinden, dat uwe hut vrede heeft, en gij zult uwe woning verzorgen en niets missen.25 En gij zult bevinden, dat uw zaad veel zal worden, en uwe nakomelingen als het gras op de aarde.26 Gij zult in ouderdom ten grave gaan, gelijk de schoven ingevoerd worden te zijner tijd.27 Zie, dit hebben wij onderzocht en het is zo: verleen gehoor daaraan en neem het ter harte.