Lectionary Calendar
Sunday, December 22nd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Job 36

1 Elihu sprak verder en zeide:2 Verbeid mij nog een weinig, ik zal het u aantonen; want ik heb over God nog iets te zeggen.3 Ik zal mijn gevoelen van verre ophalen, en bewijzen, dat mijn Schepper rechtvaardig is.4 Mijne redenen zullen zonder twijfel niet vals zijn, mijn gevoelen zal oprecht voor u zijn.

5 Zie, God verwerpt de machtigen niet; want Hij is ook machtig in kracht des harten.6 Den goddeloze ondersteunt Hij niet, maar Hij helpt den ellendige tot het recht.7 Hij keert zijne ogen niet af van den rechtvaardige, maar met koningen laat Hij hen altoos op den troon zitten, opdat zij hoog blijven.8 En zo zij gevangen liggen in boeien, en ellendig gebonden met touwen,9 dan verkondigt Hij hun wat zij gedaan hebben, en hunne ondeugd, dat zij met geweld gehandeld hebben.10 Hij opent hun het oor voor de bestraffing, en zegt hun, dat zij zich van het onrecht bekeren zullen.11 Is het, dat zij gehoorzaam zijn en hem dienen, zo zullen zij bij goede dagen oud worden en met lust leven.12 Maar is het, dat zij niet gehoorzaam zijn, zo zullen zij in het zwaard vallen en vergaan, eer zij het gewaarworden.13 De huichelaars worden vol toorns; zij roepen niet als zij gevangen liggen.14 Zo zal hunne ziel in de jeugd sterven, en hun leven onder de hoereerders.

15 Maar den ellendige zal Hij uit zijne ellende redden en den arme het oor openen in de droefenis.16 Hij zal ook u rukken uit de wijde kaken van den angst, die geen grond heeft; en uwe tafel zal rustig zijn, vol van alles goeds.17 Maar gij maakt de zaak der goddelozen goed, opdat hunne zaak en hun recht behouden worden.18 Zie toe, of niet misschien de toorn u heeft bewogen om iemand te plagen; of een groot geschenk u niet het recht heeft doen buigen.19 Meent gij, dat Hij uw geweld acht, of goud, of enige sterkte, of vermogen?20 Gij behoeft den nacht niet te begeren, die de lieden van hun plaats wegneemt.21 Wacht u en keer u niet tot het onrecht, gelijk gij door ellende begonnen hebt.22 Zie, God is te hoog in zijne kracht; waar is een leeraar gelijk Hij?23 Wie zal Hem zijnen weg wijzen, en wie zal tot Hem zeggen: Gij doet onrecht?

24 Gedenk, hoe gij zijn werk verhieft, waarvan de lieden zingen.25 Want alle mensen zien het, de lieden aanschouwen het van verre.26 Zie, God is groot en onbekend; het getal zijner jaren kan niemand doorgronden.27 Hij maakt het water tot kleine druppels, en drijft zijne wolken te zamen tot den regen,28 dat de wolken vloeien, en overvloedig druipen op de mensen.29 Als Hij voorneemt de wolken uit te breiden gelijk zijne hoge tent,30 zie, zo breidt Hij er zijner bliksem over uit, en bedekt alle einden der zee.31 Daarmede verschrikt Hij de lieden, en daarmede geeft Hij spijs in overvloed.32 Hij bedekt den bliksem als met handen, en gebiedt hem, dat hij toch wederkomt.33 Daarvan getuigt zijn gezel, namelijk het geklater des donders in de wolken.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile