Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Job 17

1 Mij adem is zwak en mijne dagen zijn afgekort; het graf is nabij.2 Voorwaar, bespotting omgeeft mij en op hunne verbittering moet mijn oog rusten.3 Wees Gij zelf mijn borg voor U, wie wil voor mij instaan?4 Gij hebt het verstand voor hun hart verborgen; daarom zult Gij hen niet verhogen.5 Hij roemt wel bij zijne vrienden den buit, maar de ogen zijner kinderen zullen versmachten.6 Hij heeft mij tot een spreekwoord onder de lieden gesteld, en ik moet mij in het aangezicht laten spuwen.7 Mijne gedaante is donker geworden van treuren, en al mijne leden zijn als een schaduw.8 Daarover zullen de rechtvaardigen droevig zien, en de onschuldigen zullen zich stellen tegen de huichelaars.9 De rechtvaardige zal zijnen weg houden, en wie rein van handen is, zal sterk blijven.

10 Welaan, keert allen herwaarts en komt: ik zal toch geen wijze onder u vinden.11 Mijne dagen zijn vergaan, en mijne aanslagen, die in mijn hart gezeteld hebben, zijn verstrooid.12 Zij hebben van den nacht dag gemaakt, en van den dag nacht.13 Al wacht ik lang, zo is toch het graf mijne woonplaats, en in de duisternis is mijn leger gemaakt;14 de verrotting noem ik mijnen vader, en de wormen mijne moeder en mijne zuster;15 wat zal ik verwachten; en wie zal mij mijne hoop doen aanschouwen?16 Nederwaarts in het graf zal zij varen, zij zal met mij in het stof liggen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile