the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Jakobus 5
1 Welaan nu, gij rijken, weent en jammert over uwe ellende, die u overkomen zal.2 Uw rijkdom is verrot, uwe klederen zijn vol motten geworden;3 uw goud en zilver is verroest, en hun roest zal u tot ene getuigenis zijn, en zal uw vlees verteren als een vuur; gij hebt u schatten vergaderd in de laatste dagen.4 Zie, het loon der arbeiders, die uw land gemaaid hebben, hetwelk van u verkort is, roept, en het roepen dergenen, die geoogst hebben, is gekomen voor de oren des Heren Zebaoth.5 Gij hebt op de aarde in weelde en lusten geleefd, en uwe harten gevoed als op een dag der slachting.6 Gij hebt den rechtvaardige veroordeeld en gedood; en hij heeft u niet wederstaan.7 Zo zijt nu lankmoedig, broeders, tot op de toekomst des Heren. Zie, de akkerman verwacht de kostelijke vrucht der aarde, en is er lankmoedig over, totdat zij den vroegen en spaden regen ontvangt;8 weest gij ook lankmoedig, en versterkt uwe harten, want de toekomst des Heren is nabij.9 Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt. Zie, de rechter is voor de deur.10 Mijne broeders, neemt tot een voorbeeld des lijdens en der lankmoedigheid de profeten, die gesproken hebben in den naam des Heren.11 Zie, wij prijzen zalig die geduldig geleden hebben. Van het geduld van Job hebt gij gehoord, en het einde des Heren hebt gij gezien, dat de Heer barmhartig is en een ontfermer.
12 Doch Vr alle dingen, mijne broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja zij ja en uw neen zij neen, opdat gij onder geen oordeel valt.13 Lijdt iemand onder u, hij bidde. Is iemand welgemoed, hij zinge psalmen.14 Is iemand krank, hij roepe tot zich de oudsten der gemeente; en laten zij voor hem bidden, en hem zalven met olie in den naam des Heren;15 en het gebed des geloofs zal den kranke helpen en de Heer zal hem oprichten, en indien hij zonden gedaan heeft, zullen zij hem vergeven zijn.16 De een belijde den ander zijne zonden: en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt. Het gebed des rechtvaardigen vermag veel, als het ernstig is.17 Ela was een mens als wij, en hij bad een gebed, dat het niet regenen zou, en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden.18 En hij bad wederom, en de hemel gaf den regen, en de aarde bracht hare vrucht voort.19 Mijne broeders, indien iemand onder u van de waarheid afdwaalt, en een ander hem bekeert,20 die wete, dat wie een zondaar bekeert van de dwaling zijns wegs, ene ziel van den dood behoudt, en ene menigte van zonden zal bedekken.