the First Day after Christmas
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Jesaja 55
1 O, allen, die dorstig zijt, komt tot het water; en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt en koopt zonder geld en omniet wijn en melk.2 Waarom weegt gij uw geld uit voor hetgeen geen brood is, en uwen arbeid voor hetgeen u niet verzadigen kan? Hoort naar Mij, en eet het goede, zo zal uwe ziel in overvloed zich verlustigen.3 Neigt uwe oren en komt tot Mij, en hoort, zo zal uwe ziel leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, de heilbeloften Davids, die gewis zijn.4 Zie, Ik heb hem den volken ten getuige gesteld, tot een vorst en gebieder der volken, zeggende:5 Zie, gij zult volken roepen, die gij niet kent; en volken, die u niet kennen, zullen tot u lopen, terwille van den Heer uwen God, en terwille van den Heilige van Isral, die u verheerlijkt.
6 Zoekt den Heer, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.7 De goddeloze verlate zijnen weg, en de kwaaddoener zijne gedachten, en bekere zich tot den Heer, zo zal Hij zich over hem ontfermen, en tot onzen God, want bij Hem is veel vergeving.8 Want mijne gedachten zijn niet uwe gedachten, en uwe wegen zijn niet mijne wegen, spreekt de Heer;9 maar zo hoog de hemel is boven de aarde, Zveel hoger zijn ook mijne wegen dan uwe wegen, en mijne gedachten dan uwe gedachten.10 Want, gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdalen, en niet weder daarheen komen, maar het aardrijk bevochtigen, en het vruchtbaar en groeizaam maken, dat het zaad geve om te zaaien en brood om te eten:11 alzo zal het woord, dat uit mijnen mond gaat ook zijn: het zal niet ledig tot Mij wederkomen, maar volvoeren hetgeen Mij behaagt, en voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend.12 Want gij zult in vreugde uittrekken, en in vrede daarheen gaan: bergen en heuvelen zullen voor u een vrolijk geluid maken met gejuich, en alle bomen op het veld zullen in de handen klappen.13 Dennen zullen in plaats van doornen groeien, en mirten in plaats van distels; en den Heer zal het tot een naam en een eeuwig teken zijn, dat niet uitgeroeid zal worden.