the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Jesaja 54
1 Juich, gij onvruchtbare, gij, die niet hebt gebaard; verblijd u met roem en juich, gij, die niet zwanger werdt; want de eenzame heeft meer kinderen dan die een man heeft, spreekt de Heer.2 Maak de ruimte uwer hutten wijder, en breid de gordijnen uwer tenten verder uit; ontzie het niet; rek uwe koorden langer uit, en sla uwe pennen vaster in.3 Want gij zult u uitbreiden ter rechter hand en ter linkerhand, en uw zaad zal de heidenen erven, en in de verwoeste steden wonen.4 Vrees niet, want gij zult niet te schande worden; word niet schaamrood, want gij zult niet tot spot worden; maar gij zult de schande van uw jonkvrouwschap vergeten, en aan den smaad van uw weduwschap niet meer gedenken.5 Want, die u gemaakt heeft, wordt uw man: Heer Zebath is zijn naam; en uw Verlosser is de Heilige van Isral, die de God der ganse aarde genoemd wordt.
6 Want de Heer heeft u laten roepen als ene verlatene en van harte bedroefde vrouw, en gelijk ene jonge vrouw, die verstoten is, spreekt uw God.7 Ik heb u een klein ogenblik verlaten, maar met grote barmhartigheid neem Ik u weder tot mij;8 Ik heb mijn aangezicht in een ogenblik van toorn een weinig voor u verborgen, maar met eeuwige genade zal Ik Mij over u ontfermen, spreekt de Heer, uw Verlosser.9 Want het zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik zwoer, dat de wateren van Noach niet meer over den aardbodem zouden gaan: alzo heb Ik gezworen, dat Ik op u niet meer toornig zijn, noch u schelden zal.10 Want bergen mogen wijken, en heuvelen wankelen; maar mijne genade zal van u niet wijken, en het verbond mijns vredes zal niet wankelen, spreekt de Heer uw Ontfermer.
11 Gij ellendige, over wie alle onweders gaan, gij troosteloze, zie, Ik zal uwe stenen tot een sieraad leggen, en zal uwen grond met saffieren bedekken,12 en uwe vensters van kristal maken, en uwe poorten van robijnen, en al uwe grenspalen van uitgezochte stenen.13 En al uwe kinderen zullen van den Heer geleerd, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn.14 Gij zult door gerechtigheid bevestigd worden; gij zult verre zijn van geweld en onrecht, zodat gij daarvoor niet behoeft te vrezen, en van verschrikking, want tot u zal zij niet genaken.15 Zie, wie wil tegen u samenrotten en u overvallen, als zij zonder Mij samenrotten?16 Zie, Ik heb den smid geschapen, die de kolen in het vuur aanblaast, en een wapentuig maakt door zijn werk; maar Ik schep ook den verdelger ter vernieling.17 Want alle wapentuig, dat tegen u bereid wordt, zal niet slagen; en elke tong, die zich tegen u verheft in het gericht, zult gij veroordelen: dit is het erfdeel van de knechten des Heren, en hunne rechtvaardiging door Mij, spreekt de Heer.