Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Jesaja 38

1 Op dien tijd werd Hizka dodelijk krank; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide tot hem: Dus spreekt de Heer: Bestel uw huis, want gij zult sterven en niet blijven leven.2 Toen keerde Hizka zijn aangezicht naar den wand toe, en bad tot den Heer,3 en sprak: Gedenk toch, o Heer, dat ik voor U gewandeld heb met getrouwheid en met een volkomen hart, en gedaan heb hetgeen goed was in uwe ogen. En Hizka weende zeer.4 Toen geschiedde het woord des Heren tot Jesaja, zeggende:5 Ga heen en zeg aan Hizka: Dus spreekt de Heer, de God van uwen vader David: Ik heb uw gebed gehoord en uwe tranen gezien: zie, Ik zal nog vijftien jaar aan uwe dagen toevoegen,6 en zal u en deze stad redden uit de hand des konings van Assyri, en Ik zal deze stad beschermen.7 En heb dit tot een teken voor u van den Heer, dat de Heer doen zal, hetgeen Hij gesproken heeft: zie,8 Ik zal de schaduw aan den zonnewijzer van Achaz tien graden achterwaarts doen keren, over welke zij gelopen is. En de zon keerde tien graden terug aan den wijzer, over welke zij gelopen was.

9 Dit is het geschrift van Hizka, den koning van Juda, toen hij krank geweest en van zijne krankheid hersteld was:10 Ik sprak: Nu moet ik tot de poorten des grafs varen in het midden van mijn leven, nu ik gedacht had nog langer te leven.11 Ik sprak: Nu zal ik den Heer niet meer zien, den Heer, in het land der levenden; nu zal ik niet meer de mensen aanschouwen bij degenen, die hunnen tijd uitleven.12 Mijn tijd is heen en van mij weggevoerd gelijk een herdershut, en ik heb mijn leven als een wever afgeweven; Hij zal mij afsnijden als een dunne draad, Gij maakt met mij een einde, den dag voor den avond.13 Ik dacht: Mocht ik tot morgen toe leven! Maar Hij brak mij al de beenderen, gelijk een leeuw; want Gij maakt het met mij uit, den dag voor den avond.14 Ik piepte gelijk een kraanvogel of ene zwaluw, en ik kirde als ene duif; mijne ogen dreigden te breken. Heer, ik lijd nood, verlicht het.15 Wat zal ik nu zeggen? Wat Hij mij toegezegd heeft, dat heeft Hij volbracht. Ik zal in ootmoed wandelen mijn leven lang, wegens de bittere droefenis mijner ziel.16 Heer, daarbij leeft men, en in dit alles is het leven mijns geestes, dat Gij mij hersteld en in het leven teruggeroepen hebt.17 Zie, om troost was ik zeer verlegen; maar Gij hebt U mijne ziel hartelijk aangetrokken, opdat zij niet verderven zou; want al mijne zonden hebt Gij achter uwen rug geworpen.18 Want het graf looft U niet, ook prijst de dood U niet; en wie in den kuil nederdalen, wachten niet meer op uwe trouw;19 maar alleen die leven, loven U, gelijk ik nu doe; de vader zal den kinderen uwe trouw verkondigen.20 Heer, help mij, dan zullen wij op mijn speeltuig spelen, zolang wij leven, in het huis des Heren.21 En Jesaja beval, dat men ene pleister van vijgen zou nemen en op zijn gezwel leggen, opdat hij genezen zou worden.22 En Hizka zeide: Welk een teken is dat, dat ik in het huis des Heren zal ingaan!

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile