Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Jesaja 16

1 Zendt den landbeheerser lammeren van Sela af uit de woestijn tot den berg der dochter Sions.2 Maar gelijk een vogel wegvliegt, die uit het nest gedreven wordt, zo zullen de dochters van Moab zijn, wanneer zij aan de Arnon overvaren.3 Vergader den raad, houd gericht, maak uwe schaduw op den middag als die des nachts; verberg de verjaagden, en verraad de vluchtenden niet.4 Laat mijne verjaagden bij u huisvesten; wees hun, o Moab, ene bescherming tegen den verwoester; zo zal de drijver een einde nemen, de verwoester ophouden, en de vernieler aflaten in het land;5 en er zal een troon bereid worden uit genade, opdat daarop zitte in getrouwheid, in de hut van David, een heerser, die vraagt naar hetgeen recht is, en gerechtigheid bevordert.

6 Doch wij horen van Moabs hoogmoed, dat die zeer groot is; dat zijn hoogmoed, zijne hoovaardij en zijn toorn groter zijn dan hunne macht.7 Daarom zal de ene Moabiet over den anderen jammeren, zij zullen allen jammeren; over de grondvesten der stad Kr-Harseth zullen zij zuchten, geheel verslagen.8 Want Hesbon is een woest veld geworden, de wijnstok te Sibma is bedorven, de beheerschers der volken hebben zijne edele ranken verpletterd, die reikten tot Jazer toe, en zich uitstrekten tot in de woestijn, zijne scheuten, die zich uitbreidden, en reikten tot over de zee.9 Daarom ween ik over Jazer en over den wijnstok te Sibma, en ik vergiet vele tranen om Hesbon en Eleal; want er is geen gezang meer in uwen zomer en in uwen oogst,10 de vreugde en blijdschap in het veld houden op, in de wijnbergen juicht en roept men niet meer, men perst geen wijn uit in de wijnpersen: ik heb aan het gezang een einde gemaakt.11 Daarom is mijn hart bewogen over Moab als ene harp, en mijn binnenste over Kr-Hres.12 Dan zal het openbaar worden, hoe Moab moede is bij de altaren, en hoe hij tot zijn heiligdom gegaan is om te bidden, en nochtans niets uitgericht heeft.13 Dit is het woord, hetwelk de Heer voorlang tegen Moab gesproken heeft.14 Maar nu spreekt de Heer, zeggende: Binnen drie jaren, gelijk eens dagloners jaren zijn, zal Moabs heerlijkheid verminderd worden met al die grote menigte, en het overschot zal klein, gering en onmachtig zijn.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile