the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Hebreeën 13
1 Blijft vast in de broederliefde.2 Vergeet niet gastvrij te zijn; want daardoor hebben sommigen zonder het te weten Engelen geherbergd.3 Gedenkt aan de gebondenen, alsof gij medegebonden waart; en aan degenen die ongemak lijden, als die zelve ook nog in het lichaam leeft.4 De echt worde in ere gehouden bij allen, en het echtbed onbevlekt; maar de hoereerders en overspelers zal God oordelen.5 Uw wandel zij zonder gierigheid, en vergenoegt u met hetgeen voorhanden is; want Hij zelf heeft gezegd: "lk zal u niet verlaten noch verzuimen";6 zodat wij durven zeggen: "De Heer is mijn helper, en ik zal niet vrezen: wat zou een mens mij doen?"7 Gedenkt aan uwe leeraars, die u het woord Gods verkondigd hebben; ziet hun einde aan, en volgt hun geloof.8 Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde, en in eeuwigheid.9 Laat u niet door menigerlei en vreemde leringen medesleepen; want het is ene kostelijke zaak, dat het hart vast worde, hetwelk geschiedt door genade, niet door spijzen, van welke zij geen nuttigheid hebben, die daarmede omgaan.10 Wij hebben een altaar, van hetwelk geen macht hebben te eten, die den Tabernakel dienen.11 Want van de dieren, welker bloed gedragen wordt door den Hogepriester in het heiligdom voor de zonde, worden de lichamen verbrand buiten de legerplaats.12 Daarom heeft ook Jezus, opdat hij het volk zou heiligen door zijn eigen bloed, geleden buiten de poort.13 Zo laat ons dan tot hem uitgaan buiten de legerplaats, en zijne smaadheid dragen;14 want wij hebben hier geen blijvende stad, maar de toekomende zoeken wij.15 Zo laat ons nu door hem altijd Gode offeren het lofoffer, dat is: de vrucht der lippen, die zijnen naam belijden.16 Vergeet niet wel te doen en mede te delen; want zulke offers behagen Gode.17 Zijt uwen leeraren gehoorzaam en onderdanig; want zij waken voor uwe zielen, als die rekenschap daarvan zullen geven; opdat zij het met vreugde doen en niet met zuchten, want dat is u niet goed.
18 Bidt voor ons. Onze troost is, dat wij een goed geweten hebben, en dat wij ons benaarstigen een goeden wandel te leiden bij allen.19 En ik vermaan u te meer dat te doen, opdat ik op het spoedigst u wedergegeven worde.20 De God nu des vredes, die uit de doden uitgeleid heeft den groten Herder der schapen, door het bloed van een eeuwig verbond, onzen Heere Jezus,21 die volmake u in alle goede werken om zijnen wil te doen, en werke in u hetgeen voor hem welbehaaglijk is, door Jezus Christus, wien ere zij van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.22 En ik vermaan u, broeders, houdt mij het woord der vermaning ten goede; want ik heb u in het kort geschreven.23 Weet, dat de broeder Timthes weder losgelaten is, met welken--zo hij welhaast komt--ik u zien zal.24 Groet al uwe leeraars en al de heiligen. U groeten de broeders uit Itali.25 De genade zij met u allen! Amen.