the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Exodus 40
1 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:2 Gij zult de woning, de tent der samenkomst, oprichten op den eersten dag der eerste maand,3 en zult de ark der getuigenis daarin zetten en het voorhangsel voor de ark hangen,4 en zult de tafel daarin brengen en haar toebereiden, en den kandelaar daarin stellen en de lampen daarop zetten;5 en gij zult het gouden reukaltaar zetten Vr de ark der getuigenis en het behangsel voor den ingang der woning ophangen.6 Maar het brandofferaltaar zult gij zetten buiten Vr den ingang der woning van de tent der samenkomst;7 en het waschvat tussen de tent der samenkomst en het altaar, en water daarin doen.8 En gij zult het voorhof rondom zetten en het behangsel aan de poort van het voorhof ophangen.9 En gij zult de zalfolie nemen en de woning en al wat daarin is zalven, en zult ze wijden met al haar gereedschap, opdat zij heilig zij;10 en zult het brandofferaltaar zalven met al zijn gereedschap en het wijden, opdat het allerheiligst zij;11 en zult ook het waschvat en zijn voetstuk zalven en het wijden.12 En gij zult Aron en zijne zonen voor den ingang van de tent der samenkomst brengen en hem met water wassen;13 en zult Aron de heilige klederen aantrekken, en hem zalven en hem wijden, opdat hij mijn priester zij.14 En gij zult zijne zonen ook doen naderen, en hun de enge rokken aantrekken,15 en hen zalven, gelijk gij hunnen vader gezalfd hebt, opdat zij mijne priesters zijn; en deze zalving zullen zij hebben tot een eeuwig priesterschap bij hunne nakomelingen.
16 En Mozes deed alles, gelijk de Heer hem geboden had.17 Alzo werd de woning opgericht in het tweede jaar, op den eersten dag der eerste maand.18 En toen Mozes haar oprichtte, stelde hij de voetstukken, en de stijlen, en de stangen, en richtte hare pilaren op,19 en spreidde het dekkleed uit over de woning, en legde het bedeksel der tent daar bovenop, gelijk de Heer hem geboden had.20 En hij nam de getuigenis en legde haar in de ark, en deed de handbomen aan de ark, en zette het verzoendeksel boven op de ark;21 en hij bracht de ark in de woning en hing het voorhangsel voor de ark der getuigenis, gelijk de Heer hem geboden had;22 en zette de tafel in de tent der samenkomst, in den hoek der woning tegen het Noorden, buiten het voorhangsel.23 En hij bereidde het brood daarop voor den Heer, gelijk de Heer hem geboden had,24 en zette ook den kandelaar daarin, tegenover de tafel, in den hoek der woning tegen het Zuiden;25 en plaatste de lampen daarop voor den Heer, gelijk de Heer hem geboden had.26 En hij zette het gouden altaar daarin Vr het voorhangsel,27 en ontstak daarop goed reukwerk, gelijk de Heer hem geboden had;28 en hing het behangsel aan den ingang der woning.29 Het brandofferaltaar nu zette hij voor den ingang der woning van de tent der samenkomst, en offerde daarop brandoffer en spijsoffer, gelijk de Heer hem geboden had.30 En het waschvat zette hij tussen de tent der samenkomst en het altaar, en deed water daarin om te wassen;31 en Mozes, Aron en zijne zonen wiesen hunne handen en voeten daaruit;32 want zij moesten zich wassen, als zij in de tent der samenkomst gingen, of tot het altaar naderden, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.33 En hij richtte het voorhof op, rondom de woning en rondom het altaar, en hing het behangsel aan de poort van het voorhof. Alzo voltooide Mozes het gehele werk.
34 Toen bedekte de wolk de tent der samenkomst, en de heerlijkheid des Heren vervulde de woning,35 en Mozes kon niet in de tent der samenkomst gaan, omdat de wolk daarop bleef en de heerlijkheid des Heren de woning vervulde.36 En als de wolk zich ophief van de woning, braken de kinderen Israls op,37 zolang zij reisden, maar als de wolk zich niet ophief, braken zij niet op tot op den dag, dat zij zich ophief.38 Want de wolk des Heren was bij dag op de woning, en bij nacht was zij vurig voor de ogen van het gehele huis Israls, gedurende al hunne tochten.