the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Exodus 39
1 En van blauw en rood purper en van scharlaken maakten zij ambtsklederen voor Aron, om te dienen in het heiligdom, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.2 En men maakte den lijfrok met goud, blauw en rood purper, scharlaken en getweernd wit linnen.3 En zij sloegen het goud tot platen, en sneden het tot draden, opdat men het kunstig kon werken onder het blauw en rood purper, het scharlaken en het witte linnen.4 En men hechtte hem met schouderstukken aaneen en bond hem aan beide zijden te zamen.5 En zijn gordel was van enerlei kunst en werk: van goud, blauw en rood purper, scharlaken en getweernd wit linnen, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.6 En zij maakten twee onyxstenen, rondom in goud gezet, gegraveerd door de steensnijders, met de namen der kinderen Israls;7 en men hechtte die op de schouderstukken van den lijfrok, opdat het stenen zijn zouden tot ene gedachtenis voor de kinderen Israls, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.8 En zij maakten den borstlap naar de kunst en naar het werk des lijfroks, van goud, blauw en rood purper, scharlaken en getweernd wit linnen;9 vierkant en dubbel, een hand lang en breed.10 En zij vulden hem met vier rijen stenen: de eerste rij was een sardis, topaas en smaragd;11 de tweede een robijn, saffier en diamant;12 de derde een barnsteen, agaat en amethyst;13 de vierde een turkoois, onyx en jaspis, rondom in goud gezet, in alle rijen.14 En de stenen stonden naar de twaalf namen der kinderen Israls, gegraveerd door de steensnijders, elk met zijnen naam, naar de twaalf stammen.15 En zij maakten aan den borstlap ketens met twee einden, van fijn goud;16 en twee gouden haakjes en twee gouden ringen, en zij hechtten die twee ringen aan de twee hoeken van den borstlap.17 En de twee einden der ketenen deden zij in de twee ringen op de hoeken van den borstlap;18 doch de twee andere einden der ketenen deden zij aan de twee kastjes, en hechtten die aan de schouderstukken van den lijfrok tegenover elkander.19 En zij maakten twee andere gouden ringen, en hechtten die aan de twee andere hoeken van den borstlap, aan deszelfs rand, welke binnenwaarts was naar den lijfrok toe.20 En zij maakten twee andere gouden ringen, welke zij deden aan de twee hoeken, beneden aan den lijfrok tegenover elkander, waar de lijfrok beneden sluit;21 zodat de borstlap met zijne ringen aan de ringen van den lijfrok geknoopt werd met een blauw snoer, opdat hij op den lijfrok dicht zou aansluiten, en niet van den lijfrok losraken, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.22 En hij maakte den purperen rok bij den lijfrok, geheel van blauw en purper gewerkt:23 en ene opening in het midden, en een boord rondom de opening gevouwen, opdat hij niet scheurde.24 En zij maakten aan zijnen zoom granaatappels van blauw en rood purper, scharlaken en getweernd wit linnen.25 En zij maakten schelletjes van fijn goud, die zij tussen de granaatappels deden, rondom aan den zoom van den purperen rok;26 een granaatappel, en dan een schelletje, in het rond aan den zoom, om daarin den dienst te verrichten, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.27 En zij maakten ook de enge rokken van wit linnen gewerkt, voor Aron en zijne zonen;28 en den hoed van wit linnen, en de schone mutsen van wit linnen, en de onderklederen van getweernd wit lijnwaad;29 en den geborduurden gordel van getweernd wit linnen, van blauw en rood purper en scharlaken, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.30 Zij maakten ook de voorhoofdsplaat, namelijk de heilige kroon, van fijn goud, en graveerden een opschrift daarop: DE HEILIGHEID DES Heren.31 En zij bonden een blauw snoer daaraan, om het aan den hoed van boven te hechten, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.
32 Alzo werd voltooid het gehele werk der woning van de tent der samenkomst; en de kinderen Israls deden alles, wat de Heer aan Mozes geboden had.33 Toen brachten zij de woning tot Mozes, de tent en al haar gemeenschap, hare haken, stijlen, stangen, pilaren en voetstukken;34 het dekkleed van roodvervige ramsvellen, het dekkleed van dassenvellen, en het voorhangsel;35 de ark der getuigenis met hare handbomen, en het verzoendeksel;36 de tafel en al haar gereedschap, en de toonbroden,37 den schonen kandelaar, met de lampen toebereid, en al zijn gereedschap, en de olie voor het licht;38 het gouden altaar, en de zalfolie, en goed reukwerk; het behangsel voor den ingang der tent;39 het koperen altaar, en zijn koperen traliewerk, met de handbomen en al zijn gereedschap; het waschvat met zijn voetstuk;40 de omhangsels van het voorhof met zijne pilaren en voetstukken; het behangsel aan de poort des voorhofs met zijne touwen en nagels, en al het gereedschap tot den dienst der woning van de tent der samenkomst;41 de ambtsklederen van den priester Aron, om te dienen in het heiligdom, en de klederen van zijne zonen, tot de bediening van het priesterambt.42 Alles deden de kinderen Israls omtrent dit gehele werk, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.43 En Mozes bezag al dat werk en bevond, dat zij het gemaakt hadden, gelijk de Heer geboden had; en hij zegende hen.