Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Exodus 29

1 Dit is nu de wijze, op welke gij met hen handelen zult, opdat zij mij tot priesters gewijd worden. Neemt een jongen var, en twee rammen, zonder gebrek;2 ongezuurd brood, en ongezuurde koeken met olie gemengd, en ongezuurde vladen met olie bestreken; van tarwemeelbloem zult gij die maken.3 En gij zult ze in nen korf leggen, en ze in dien korf ten offer brengen, met den var en de twee rammen,4 en zult Aron en zijne zonen voor den ingang van de tent der samenkomst brengen, en hen met water wassen.5 En gij zult de klederen nemen, en Aron aantrekken den engen rok, en den purperen rok, en den lijfrok, en den borstlap bij den lijfrok, en zult hem omgorden met den gordel van den lijfrok,6 en den hoed op zijn hoofd zetten, en de heilige kroon vastmaken aan den hoed.7 En gij zult de zalfolie nemen en haar op zijn hoofd gieten, en hem zalven.8 En zijne zonen zult gij ook doen naderen, en hun den engen rok aantrekken.9 En beiden, Aron en zijne zonen, zult gij met gordels gorden, en hun de mutsen opbinden, opdat zij het priesterambt hebben tot ene eeuwige inzetting; en gij zult Aron en zijn zonen de handen vullen.10 En den var zult gij brengen Vr de tent der samenkomst, en Aron benevens zijne zonen zullen hunne handen op het hoofd van den var leggen.11 En gij zult den var slachten voor den Heer, aan den ingang van de tent der samenkomst.12 En gij zult van zijn bloed nemen, en het op de hoornen des altaars doen met uwen vinger, en al het andere bloed aan den voet des altaars uitgieten.13 En gij zult nemen het vet van het ingewand, en het net over de lever, en de twee nieren met het vet, dat daarover ligt, en zult het op het altaar ontsteken.14 Maar het vlees van den var en zijn vel en mest zult gij buiten voor het leger met vuur verbranden; want het is een zondoffer.15 Den enen ram nu zult gij nemen, en Aron benevens zijne zonen zullen hunne handen op zijn hoofd leggen.16 Alsdan zult gij hem slachten, en van zijn bloed nemen, en het tegen het altaar rondom sprengen.17 En gij zult den ram in stukken delen, en zijn ingewand en zijne schenkels wassen en zult die bij de stukken en bij zijn hoofd leggen.18 En den gehelen ram zult gij ontsteken op het altaar; want het is den Heer een brandoffer, een liefelijke reuk, een vuuroffer voor den Heer.19 Ook den anderen ram zult gij nemen, en Aron benevens zijne zonen zullen hunne handen op zijn hoofd leggen;20 en gij zult hem slachten, en van zijn bloed nemen, en het Aron en zijn zonen aan den rechteroorlap doen, en op den duim hunner rechterhand, en op den groten teen van hun rechtervoet; en gij zult dat bloed tegen het altaar rondom sprengen.21 En gij zult van het bloed op het altaar en van de zalfolie nemen, en Aron en zijne klederen, zijne zonen en hunne klederen, daarmede besprengen, opdat hij en zijne klederen, zijne zonen en hunne klederen gewijd worden.22 Daarna zult gij nemen het vet van den ram, den staart, en het vet van het ingewand, het net over de lever, en de twee nieren met het vet daarover, en den rechterschouder, want het is een ram der inwijding;23 en n brood, en n koek geolied brood, en ne vlade uit den korf des ongezuurden broods, die voor den Heer staat;24 en leg het alles op de handen van Aron en van zijne zonen, en beweeg het voor den Heer.25 Neem het daarna van hunne handen, en ontsteek het op het altaar, boven op het brandoffer, tot een liefelijken reuk voor den Heer; want het is een vuuroffer voor den Heer.26 En gij zult de borst van den ram der inwijding van Aron nemen, en zult haar voor den Heer bewegen; dit zal uw gedeelte zijn.27 En gij zult alzo heiligen de beweegborst en den hefschouder, die bewogen en geheven zijn van den ram der inwijding van Aron en van zijne zonen.28 En dit zal voor Aron en voor zijne zonen een eeuwig recht zijn van de kinderen Israls; want het is een hefoffer. En een hefoffer zal het zijn van de kinderen Israls van hunne dankoffers, hun hefoffer voor den Heer.29 Arons heilige klederen nu zullen zijne zonen hebben na hem, opdat zij daarin gezalfd en hun handen gevuld worden.30 Wie van zijne zonen in zijne plaats priester wordt, zal ze zeven dagen lang aantrekken, opdat hij in de tent der samenkomst ga, om te dienen in het heilige.31 En gij zult den ram der inwijding nemen, en zijn vlees aan ene heilige plaats koken.32 En Aron en zijne zonen zullen het vlees van dezen ram eten, en het brood uit den korf, voor den ingang van de tent der samenkomst.33 En zij zullen datgene eten, waarmede de verzoening geschied is, om hun handen te vullen en hen te heiligen; geen ander zal het eten, want het is heilig.34 Maar indien er van het vlees der inwijding en van het brood wat overblijft tot op den morgen, zo zult gij dat met vuur verbranden: het zal niet gegeten worden, want het is heilig.35 En gij zult alzo aan Aron en zijne zonen doen al wat ik u geboden heb; zeven dagen zult gij aldus hunne handen vullen.36 En gij zult dagelijks een var tot een zondoffer slachten ter verzoening, en gij zult het altaar ontzondigen, daarover verzoening doende, en zult het zalven, opdat het gewijd worde.37 Zeven dagen zult gij het altaar verzoenen en het wijden, opdat het een altaar van het allerheiligste zij; wie het altaar aanraakt, zal gewijd zijn.

38 En dit zult gij met het altaar doen; twee lammeren van een jaar oud zult gij des daags, gestadiglijk daarop offeren;39 het ene lam des morgens, het andere tussen de twee avonden;40 en bij het ene lam behoort een tiende deel meelbloem, gemengd met een vierde deel van een hin gestoten olie, en een vierde deel van een hin wijn, tot een drankoffer.41 Met het andere lam, tussen de twee avonden, zult gij doen gelijk met het spijsoffer en drankoffer der morgens, tot een liefelijken reuk, een vuuroffer voor den Heer.42 Dit is het dagelijks brandoffer bij uwe nakomelingen, Vr den ingang van de tent der samenkomst, voor den Heer, alwaar Ik met ulieden samenkomen en met u spreken zal;43 aldaar zal Ik den kinderen Israls bekend en geheiligd worden in mijne heerlijkheid.44 En Ik zal de tent der samenkomst met het altaar heiligen, en Aron en zijne zonen Mij tot priesters wijden.45 En Ik zal onder de kinderen Israls wonen, en hun God zijn.46 Zij zullen weten, dat Ik de Heer, hun God, ben, die hen uit Egypteland gevoerd heb, opdat Ik onder hen wonen zou: Ik, de Heer, hun God.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile