Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Amos 7

1 De Heere Heere toonde mij een gezicht en zie, daar stond iemand, die bracht sprinkhanen voort in het begin, toen het nagras opging; en zie, het nagras stond, nadat de koning had laten maaien.2 Toen zij nu het kruid op het veld geheel zouden hebben afgegeten, sprak ik: Ach Heere Heere, wees genadig: wie zal Jakob weder ophelpen? want hij is immers gering.3 Toen berouwde het den Heer en Hij sprak: Welaan, het zal niet geschieden.4 De Heere Heere toonde mij een gezicht en zie, de Heere Heere riep het vuur, om daarmede te straffen; dat zou de grote diepte verteren en het verteerde het akkerland.5 Toen sprak ik: Ach Heere, Heere, houd op: wie zal Jakob weder ophelpen? Want hij is immers gering.6 Toen berouwde den Heer dat ook en de Heere Heere sprak: Het zal k niet geschieden.7 Toen toonde Hij mij dit gezicht en zie, de Heer stond op een muur met een paslood gemeten, en Hij had een paslood in zijne hand;8 en de Heer sprak tot mij: Wat ziet gij Amos? En ik zeide: Een paslood. Toen sprak de Heer tot mij: Zie, Ik zal een paslood trekken midden door mijn volk Isral en het niet meer voorbijzien;9 maar de hoogten van Isak zullen verwoest en de heiligdommen van Isral vernield worden en Ik zal Mij met het zwaard opmaken tegen het huis van Jerobeam.

10 Toen zond Amazia, de priester van Beth-El, tot Jerobeam, den koning van Isral, en liet aan hem zeggen: Amos verwekt opstand tegen u in het huis van Isral; het land kan zijne woorden niet dulden;11 want dus spreekt Amos: Jerobeam zal door het zwaard sterven en Isral zal uit zijn land gevankelijk weggevoerd worden.12 En Amazia zeide tot Amos: Gij ziener, ga heen en vlied in het land van Juda en eet aldaar brood en profeteer aldaar;13 en profeteer niet meer te Beth-El, want het is het heiligdom des konings en het huis des koninkrijks.14 Toen antwoordde Amos en zeide tot Amazia: Ik ben geen profeet noch eens profeten zoon, maar ik ben een herder, die wilde vijgen lees;15 en de Heer nam mij van de kudde en sprak tot mij: Ga heen en profeteer aan mijn volk Isral.16 Zo hoor nu het woord des Heren. Gij zegt: Profeteer niet tegen Isral en spreek niet tegen het huis van Isak.17 Daarom spreekt de Heer aldus: Uwe vrouw zal in de stad tot ene hoer worden en uwe zonen en dochters zullen door het zwaard vallen en uw akker zal door het meetsnoer verdeeld worden; en gij zult op een onreinen grond sterven en Isral zal uit zijn land verdreven worden.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile