the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Amos 2
1 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen van Moab zal Ik hem niet verschonen; omdat zij de beenderen des konings van Edom tot as verbrand hebben.2 Daarom zal Ik een vuur zenden in Moab, hetwelk de paleizen van Kerioth zal verteren; en Moab zal sterven onder het gedruis en geschreeuw en het geluid der bazuin.3 En Ik zal den rechter onder hen uitroeien en al hunne vorsten met hem doden, spreekt de Heer.4 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen van Juda zal Ik hem niet verschonen; omdat zij de wet des Heren veracht en zijne rechten niet onderhouden hebben, daar zij zich door hunne leugens lieten verleiden, die hunne vaderen reeds nawandelden.5 Daarom zal Ik een vuur in Juda zenden, hetwelk de paleizen van Jeruzalem zal verteren.6 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen van Isral zal Ik het niet verschonen; omdat zij de rechtvaardigen voor geld en de armen voor een schoeisel verkopen;7 zij treden het hoofd der armen in het slijk en verdraaien de zaak der hulpelozen; de zoon en de vader gaan tot ne jonge dochter, opdat zij mijnen heiligen naam ontheiligen;8 en bij alle altaren brassen zij van verpande klederen en drinken in het huis hunner goden den wijn dergenen, die geboet hebben.
9 Nu heb Ik immers den Amoriet voor hun aangezicht verdelgd, die zo hoog was als de cederen en zo sterk als de eiken; en Ik verdelgde van boven zijne vrucht en van onderen zijne wortels.10 Ook heb Ik u uit Egypteland gevoerd en veertig jaar in de woestijn geleid, opdat gij het land der Amorieten zoudt bezitten;11 en Ik heb uit uwe zonen profeten voortgebracht, en Nazirers uit uwe jongelingen: is het niet zo, o kinderen Israls? spreekt de Heer.12 Maar gij geeft aan de Nazirers wijn te drinken en gebiedt den profeten, zeggende: Gij zult niet profeteren.13 Zie, Ik zal u drukken gelijk een wagen vol schoven drukt;14 zodat hij, die snel is, niet zal ontvlieden, noch de sterke iets vermogen en de machtige zijn leven niet zal kunnen redden;15 en de boogschutters zullen geen stand houden en wie snel kan lopen zal niet ontlopen en hij, die rijdt, zal zijn leven niet redden;16 en wie onder de helden de kloekmoedigste is, zal naakt ontvluchten, in dien tijd, spreekt de Heer.