the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Amos 1
1 Dit is het wat Amos, die onder de herders van Teka was, gezien heeft aangaande Isral, ten tijde van Uzzia, den koning van Juda, en van Jerobeam, den zoon van Joas, den koning van Isral, twee jaren Vr de aardbeving.2 En hij sprak: De Heer zal brullen uit Sion en uit Jeruzalem zijne stem doen horen, zodat de landouwen der herders jammerlijk zullen staan en de kruin van Karmel zal verdorren.
3 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen van Damaskus zal Ik het niet verschonen; omdat zij Gilead met ijzeren dorswagens gedorst hebben.4 Daarom zal Ik een vuur zenden in het huis van Hazal, hetwelk de paleizen van Benhadad zal verteren.5 En Ik zal de grendels van Damaskus verbreken; en de inwoners van het dal Aven, en hem, die den schepter houdt, uit het lusthuis uitroeien, dat het volk van Syri naar Kir zal weggevoerd worden, spreekt de Heer.6 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen van Gaza zal Ik het niet verschonen; omdat zij een groot getal gevangenen weggevoerd en in de handen van Edom overgeleverd hebben.7 Daarom zal Ik een vuur in de muren van Gaza zenden, hetwelk zijne paleizen zal verteren8 en Ik zal de inwoners van Asdod en hem, die den schepter houdt, uit Askelon uitroeien en mijne hand tegen Ekron wenden, zodat omkomen zal hetgeen nog van de Filistijnen overgebleven is, spreekt de Heere Heere.9 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen van Tyrus zal Ik het niet verschonen; omdat zij een groot getal gevangenen in de handen van Edom overgeleverd en niet gedacht hebben aan het verbond der broeders.10 Daarom zal Ik een vuur in de muren van Tyrus zenden, hetwelk zijne paleizen zal verteren.11 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen van Edom zal Ik hem niet verschonen; omdat hij zijnen broeder met het zwaard vervolgd en alle ontferming verstikt heeft; omdat hij in zijnen toorn altoos verscheurt en zijne verbolgenheid eeuwiglijk behoudt.12 Daarom zal Ik een vuur zenden in Teman, hetwelk de paleizen van Bozra zal verteren.13 Dus spreekt de Heer: Wegens drie en vier overtredingen der kinderen van Ammon zal Ik hen niet verschonen; omdat zij de zwangere vrouwen in Gilead opengereten hebben om hunne grenspalen wijder uit te zetten.14 Daarom zal Ik een vuur ontsteken in de muren van Rabba, hetwelk hare paleizen verteren zal, als men zal roepen ten tijde van den strijd en als het onweder zal komen ten tijde van den storm.15 Dan zal hun koning tegelijk met zijne vorsten, gevankelijk weggevoerd worden, spreekt de Heer.