the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Handelingen 15
1 En sommigen kwamen af van Juda, en leerden den broeders: Indien gij u niet laat besnijden naar de wijze van Mozes, kunt gij niet zalig worden.2 Toen er nu geen geringe strijd en redetwist met hen ontstond door Paulus en Barnabas, verordenden zij, dat Paulus en Barnabas en enige anderen uit hen zouden opgaan naar Jeruzalem tot de apostelen en oudsten, wegens deze vraag.3 En zij werden door de gemeente uitgeleid, en trokken door Fenici en Samari, en verhaalden de bekering der heidenen, en verwekten grote vreugde bij alle broeders.4 En toen zij te Jeruzalem kwamen, werden zij ontvangen door de gemeente en de apostelen en de oudsten; en zij verhaalden hoeveel God met hen gedaan had.5 Maar er stonden sommigen op van de sekte der Farizen, die gelovig waren geworden, en zeiden, dat men hen moest besnijden, en hun gebieden de Wet van Mozes te houden.
6 En de apostelen en de oudsten kwamen bijeen om deze zaak te overwegen.7 Toen men nu lang getwist had, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God lang Vr dezen tijd onder ons mij verkoren heeft, opdat door mijnen mond de heidenen het woord des evangelies zouden horen en geloven.8 En God, de kenner der harten, gaf hun getuigenis, door hun den Heiligen Geest te geven, gelijk ook ons;9 en maakte geen onderscheid tussen ons en hen, en reinigde hunne harten door het geloof.10 Wat verzoekt gij dan nu God door een juk op de halzen der jongeren te leggen, hetwelk noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen?11 Maar wij geloven door de genade des Heren Jezus Christus zalig te worden, gelijk ook zij.12 Toen zweeg de gehele menigte stil, en zij hoorden Paulus en Barnabas verhalen wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.13 Daarna, toen dezen zwegen, antwoordde Jakobus, zeggende: Mannen broeders, hoort mij!14 Simon heeft verhaald, hoe God het eerst er op bedacht was om uit de heidenen een volk aan te nemen, dat zijnen naam draagt.15 En hiermede stemmen de woorden der profeten overeen, gelijk geschreven staat:16 "Daarna zal Ik wederkeren, en zal de hut van David, die vervallen is, weder opbouwen, en hetgeen daarvan verbroken is zal Ik weder opbouwen, en zal haar weder oprichten,17 opdat wat er overgebleven is van mensen naar den Heer vrage, alsook alle heidenen, over welke mijn naam aangeroepen is, spreekt de Heer, die dit alles doet".18 Gode zijn al zijne werken van eeuwigheid bekend.19 Daarom oordeel ik, dat men dengenen, die uit de heidenen zich tot God bekeren, geen onrust veroorzaken moet,20 maar men schrijve hun, dat zij zich onthouden van hetgeen door de afgoden verontreinigd is en van hoererij, en van het verstikte, en van bloed.21 Want Mozes heeft er, van lange tijden af, in alle steden, die hem prediken, daar hij op elken sabbat in de synagogen gelezen wordt.
22 En de apostelen en oudsten benevens de gehele gemeente vonden goed mannen uit hun midden te verkiezen, en te zenden naar Antiochi met Paulus en Barnabas, namelijk Judas, genaamd Barsabas, en Silas, die voorgangers waren onder de broeders.23 En zij stelden dit geschrift hun ter hand: De apostelen en de oudsten en de broeders wensen den broederen uit de heidenen, die in Antiochi en Syri en Cilici zijn, heil!24 Nademaal wij gehoord hebben, dat enigen van de onzen zijn uitgegaan, en u met leringen verward en uwe zielen wankelmoedig gemaakt hebben, zeggende, dat gij u moet laten besnijden en de Wet onderhouden, aan wie wij dit niet bevolen hebben,25 --zo hebben wij, eendrachtig vergaderd zijnde, goedgevonden, mannen te verkiezen en tot u te zenden met onzen geliefden Barnabas en Paulus,26 mensen, die hunne zielen overgegeven hebben voor den naam van onzen Heer Jezus Christus.27 Ook hebben wij Judas en Silas gezonden, die hetzelfde ook mondeling berichten zullen.28 Want het heeft den Heiligen Geest en ons behaagd, u geen meerderen last op te leggen dan alleen dit noodzakelijke:29 dat gij u onthoudt van de afgodenoffers en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; indien gij u daarvan onthoudt, zult gij wl doen. Vaartwel!30 Toen dezen heengezonden waren, kwamen zij te Antiochi en vergaderden de menigte, en leverden den brief over.31 En toen zij dien lazen, werden zij blijde over de vertroosting.32 Judas nu en Silas, die ook zelve profeten waren, vermaanden de broeders met vele woorden, en sterkten hen.33 En toen zij daar een tijd lang vertoefd hadden, werden zij door de broeders in vrede weder heengezonden tot de apostelen.34 Maar Silas vond goed daar te blijven.35 Paulus nu en Barnabas hielden zich te Antiochi op, en leerden en predikten met vele anderen het woord des Heren.
36 Na enige dagen nu zeide Paulus tot Barnabas: Laat ons wederom vertrekken, en onze broeders bezoeken in alle steden, in welke wij het woord des Heren verkondigd hebben, hoe het met hen staat.37 En Barnabas gaf den raad, dat zij Johannes, genaamd Markus, met zich zouden nemen;38 maar Paulus achtte het billijk, dat zij dien niet met zich zouden nemen, die van hen geweken was in Pamfyli, en met hen niet gegaan was tot dat werk.39 En er ontstond ene verbittering, zodat zij van elkander scheidden, en Barnabas Markus met zich nam en naar Cyprus overvoer.40 Maar Paulus verkoos Silas, en trok heen, aan de genade Gods bevolen zijnde door de broeders;41 en hij trok door Syri en Cilici, en versterkte de gemeenten.