Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Handelingen 11

1 En het kwam den apostelen en den broederen die in Juda waren ter ore, dat ook de heidenen Gods woord hadden aangenomen.2 En toen Petrus opgegaan was naar Jeruzalem, twistten met hem degenen die uit de besnijdenis waren,3 zeggende: Gij zijt ingegaan tot mannen, die onbesneden zijn, en hebt met hen gegeten.4 Maar Petrus begon het hun achtereenvolgens te verhalen, zeggende:5 Ik was in de stad Joppe in het gebed, en zag in zinsverrukking een gezicht, namelijk een vat nederdalen, gelijk een groot linnen laken, met vier hoeken, en nedergelaten van den hemel, en het kwam tot bij mij.6 Daar zag ik in, en merkte op, en zag viervoetige, wilde en kruipende dieren der aarde en vogelen des hemels.7 En ik hoorde ene stem, die tot mij zeide: Sta op, Petrus, slacht en eet.8 Maar ik zeide: Neen, Heer, want nooit is er iets onheiligs of onreins in mijnen mond ingegaan.9 Doch de stem antwoordde mij ten tweeden male van den hemel: Wat God gereinigd heeft, acht gij dat niet onrein!10 En dit geschiedde driemaal; en alles werd wederom opgetrokken naar den hemel.11 En zie, in diezelfde ure stonden drie mannen voor het huis waarin ik was, van Cesara tot mij gezonden.12 En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen gaan zou, en niet twijfelen. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn in des mans huis ingegaan.13 En hij verhaalde ons, hoe hij in zijn huis een Engel had zien staan, die tot hem gezegd had: Zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, met den bijnaam Petrus;14 die zal woorden tot u spreken, waardoor gij zult zalig worden en uw gehele huis.15 En toen ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, gelijk ook op ons in het begin.16 Toen gedacht ik aan het woord des Heren, hoe hij zeide: "Johannes heeft met water gedoopt, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden."17 Indien dan God hun gelijke gave gegeven heeft als aan ons, die in den Heere Jezus Christus geloven, wie was ik dan, dat ik God kon weren? --18 Toen zij dat hoorden, zwegen zij stil, en loofden God, zeggende: Zo heeft God ook den heidenen boete gegeven ten leven.

19 Degenen nu, die verstrooid waren door de verdrukking, welke wegens Stfanus geschied was, gingen alom tot Fenici en Cyprus en Antiochi toe, en spraken het woord tot niemand dan alleen tot de Joden.20 En er waren sommigen onder hen, mannen van Cyprus en Cyrne; die kwamen te Antiochi, en spraken ook tot de Grieken, en predikten het evangelie van den Heere Jezus.21 En de hand des Heren, was met hen, en een groot getal werd gelovig en bekeerde zich tot den Heer.22 En het gerucht van hen kwam der gemeente te Jeruzalem ter ore; en zij zonden Barnabas, dat hij heenging tot Antiochi toe.23 Toen deze daar gekomen was en de genade Gods zag, werd hij blijde, en vermaande hen allen, dat zij met het voornemen des harten bij den Heer zouden blijven;24 want hij was een goed man, vol des Heiligen Geestes en des geloofs. En er werd een grote schare den Heer toegevoegd.25 En Barnabas trok uit naar Tarsus om Saulus te zoeken, en toen hij hem gevonden had, bracht hij hem naar Antiochi.26 En zij bleven bij de gemeente een geheel jaar, en leerden veel volk; en de jongeren werden het eerst te Antiochi Christenen genaamd.

27 In die dagen kwamen er profeten van Jeruzalem naar Antiochi,28 en een van hen, genaamd Agabus, stond op, en verkondigde door den Geest een groten hongersnood, die komen zou over de gehele wereld; welke ook gekomen is onder keizer Claudius.29 En onder de jongeren besloot een ieder, naardat hij vermocht, ene handreiking te zenden aan de broeders, die in Juda woonden;30 gelijk zij dan ook deden, en zonden het aan de oudsten door de hand van Barnabas en van Saulus.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile