the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
2 Timotheüs 4
1 Zo betuig ik nu voor God en den Heere Jezus Christus, die komen zal om de levenden en de doden te oordelen, en bij zijne verschijning en zijn rijk:2 predik het woord; treed op, hetzij ter rechter tijd of ten ontijde; bestraf, dreig, vermaan met alle lankmoedigheid en leer.3 Want er zal een tijd komen, dat zij de heilzame leer niet verdragen zullen; maar naar hunne eigen lusten zullen zij zichzelven leeraars verzamelen, naardat hun de oren jeuken,4 en zullen de oren van de waarheid afwenden, en zich tot de fabelen keren.5 Maar gij, wees wakker in alles, lijd, doe het werk eens evangeliepredikers. verricht uw ambt getrouw.6 Want k word alreeds geofferd, en de tijd van mijn scheiden is ophanden.7 Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop voleindigd, ik heb het geloof behouden;8 voortaan is mij weggelegd de kroon der gerechtigheid, welke de Heer, de rechtvaardige rechter, op dien dag mij geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die zijne Verschijnng hebben liefgehad.
9 Benaarstig u, dat gij spoedig tot mij komt;10 want Demas heeft mij verlaten, daar hij deze wereld heeft lief gekregen, en is naar Thessalonka vertrokken, Crescens naar Galati, Titus naar Dalmati,11 Lukas is alleen bij mij. Neem Markus tot u en breng hem met u; want hij kan mij zeer van dienst zijn.12 Tychicus heb ik naar Efeze gezonden.13 Breng, als gij komt, den reismantel mede, dien ik te Troas bij Karpus gelaten heb, en de boeken, maar inzonderheid de perkamenten.14 Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaad bewezen; de Heer vergelde hem naar zijne werken.15 Wacht ook gij u voor hem, want hij heeft onze woorden zeer tegengestaan.
16 In mijne eerste verantwoording stond niemand mij ter zijde, maar zij verlieten mij allen; het zij hun niet toegerekend.17 Maar de Heer stond mij bij en sterkte mij, opdat door mij de prediking ten volle volbracht zou worden, en alle heidenen haar horen zouden; en ik ben uit den muil des leeuws verlost.18 En de Heer zal mij verlossen van alle kwaad, en uithelpen tot zijn hemels rijk; wien ere zij van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.19 Groet Priska en Aquila en het huis van Onesforus.20 Erastus is te Korinthe gebleven, en Trofimus heb ik te Milte krank gelaten.21 Bevlijtig u, dat gij Vr den winter komt. U groet Eublus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders.22 De Heere Jezus Christus zij met uwen geest! De genade zij met ulieden! Amen.