the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
2 Korinthiërs 2
1 Maar ik had bij mijzelven voorgenomen niet wederom in treurigheid tot u te komen;2 want indien ik u treurig maak, wie is er die mij zal vrolijk maken, dan degeen die door mij bedroefd is geworden?3 En dit heb ik u geschreven, opdat, wanneer ik kwam, ik niet treurig zou zijn over degenen, over welke ik mij met recht moest verblijden; nademaal ik van u allen vertrouw, dat mijne vreugde uw aller vreugde is.4 Want ik schreef u in grote droefenis en groten angst des harten, met vele tranen, niet opdat gij zoudt bedroefd worden, maar opdat gij de liefde zoudt erkennen, die ik overvloedig tot u heb.
5 Doch indien iemand droefheid veroorzaakt heeft, die heeft niet mij bedroefd, maar ten dele--opdat ik het niet verzware--u allen.6 Het is nu genoeg, dat deze door de meesten zo bestraft is,7 alzo dat gij hem daarentegen liever moet vergeven en vertroosten, opdat hij niet door al te grote treurigheid verteerd worde.8 Daarom vermaan ik u, dat gij liefde aan hem betoont.9 Want daarom heb ik u ook geschreven, opdat ik uwe beproefdheid mocht leren kennen, of gij gehoorzaam zijt in alle opzichten.10 Wien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want ook ik, zo ik iets vergeven heb, heb het vergeven om uwentwil voor het aangezicht van Christus, opdat de satan geen voordeel op ons verkrijge;11 want ons is niet onbekend wat hij in den zin heeft.
12 Toen ik nu te Troas kwam om het Evangelie van Christus te prediken, en mij ene deur geopend was in den Heer, had ik geen rust in mijnen geest, toen ik Titus, mijnen broeder, niet vond;13 maar ik nam afscheid van hen, en vertrok naar Macedoni.14 God nu zij gedankt, die ons altijd de overwinning geeft in Christus, en den reuk zijner kennis door ons openbaar maakt in alle plaatsen!15 Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, onder degenen, die zalig worden, en onder degenen, die verloren gaan:16 dezen een reuk des doods ten dode, maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is hiertoe bekwaam?17 Want wij zijn niet gelijk sommigen, die Gods woord vervalsen; maar als uit oprechtheid en als uit God, spreken wij voor het aangezicht van God in Christus.