the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
2 Korinthiërs 10
1 Ik zelf, Paulus, vermaan u nu door de zachtmoedigheid en goedertierenheid van Christus, die tegenwoordig zijnde, onderdanig ben bij u, maar, afwezig zijnde, vrijmoedig ben jegens u;2 ik bid dan, dat ik, tegenwoordig zijnde, niet nodig moge hebben de stoutmoedigheid en vrijmoedigheid te gebruiken, waarmede ik het denk te wagen tegen sommigen, die van ons denken, dat wij naar de wijze van het vlees wandelden.3 Want al is het, dat wij in het vlees wandelen, zo strijden wij nochtans niet naar de wijze van het vlees;4 want de wapenen van onzen strijd zijn niet vleselijk, maar machtig voor God, om de sterkten omver te werpen;5 zodat wij omverwerpen de aanslagen en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle verstand gevangen nemen onder de gehoorzaamheid van Christus,6 en gereed zijn om alle ongehoorzaamheid te straffen, wanneer uwe gehoorzaamheid vervuld is.
7 Gij ziet op hetgeen voor ogen is? Verlaat zich iemand daarop, dat hij Christus toebehoort, die denke dit ook wederom bij zichzelven, dat, gelijk hij Christus toebehoort, wij ook alzo Christus toebehoren.8 Want indien ik mij ook wat meer zou beroemen op onze macht, welke de Heer ons gegeven heeft, om u op te bouwen en niet te verderven, zo zou ik niet beschaamd worden.9 Opdat het niet schijne, alsof ik u had willen verschrikken met mijne brieven,10 --want de brieven, zeggen zij, zijn gewichtig en krachtig, maar de tegenwoordigheid des lichaams is zwak en het woord verachtelijk,11 --de zodanige bedenke, dat, gelijk wij, afwezig, met woorden zijn in de brieven, wij ook, tegenwoordig, zodanig zijn metterdaad.
12 Want wij durven onszelve niet rekenen onder, of vergelijken met degenen, die zichzelve prijzen; maar dewijl zij zich bij zichzelve meten en alleen naar zichzelve beoordelen, zo zijn zij onverstandig.13 Maar wij beroemen ons niet boven de maat, maar alleen naar de maat van den werkkring, dien God ons als maat heeft toebedeeld, om ook u te bereiken;14 want wij gaan niet te ver, alsof wij u niet bereikten; want wij zijn immers ook tot u toe gekomen met het Evangelie van Christus,15 en beroemen ons niet boven de maat op den arbeid van vreemden, en hebben hoop, als uw geloof in u wast, dat wij naar onzen werkkring onder u uitermate groot zullen worden,16 en het Evangelie ook prediken aan hen, die aan gene zijde van u wonen, en ons niet beroemen op hetgeen in eens anders werkkring gereed is.17 Maar wie zich beroemt, beroeme zich in den Heer;18 want niet hij, die zichzelven prijst, is beproefd, maar dien de Heer prijst.