the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Petrus 3
1 Desgelijks, gij vrouwen, weest uwen mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen ongehoorzaam zijn, zij door den wandel hunner vrouwen zonder woord gewonnen worden,2 als zij uwen kuisen wandel in vreze aanzien;3 wier sieraad niet uitwendig zij met het haar te vlechten, en goud om te hangen, of klederen aan te trekken,4 maar de verborgen mens des harten, in het onverderflijk sieraad van een zachten en stillen geest, die kostelijk is voor God.5 Want Z hebben zich ook eertijds de heilige vrouwen versierd, die hare hoop op God stelden, en hare mannen onderdanig waren:6 gelijk Sara Abraham gehoorzaam was en hem heer noemde, wier dochters gij geworden zijt, indien gij goeddoet, en niet vreest voor enige verschrikking.7 Desgelijks, gij mannen, woont bij haar met verstand, en geeft aan het vrouwelijke, als het zwakkere vat, zijne eer, als aan mederfgenamen der genade des levens, opdat uwe gebeden niet verhinderd worden.
8 En eindelijk, zijt allen te zamen eensgezind, medelijdend, broederlijk, barmhartig, vriendelijk;9 vergeldt geen kwaad met kwaad, of scheldwoorden met scheldwoorden, maar zegent daarentegen; daartoe toch zijt gij geroepen, opdat gij zegen moogt berven.10 Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen wil zien, die stille zijn tong, dat zij geen kwaad spreke, en zijne lippen, dat zij niet bedriegen.11 Hij kere zich af van het kwade en doe het goede, hij zoeke vrede en jage dien na.12 Want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijne oren op hun gebed; maar het aangezicht des Heren is tegen degenen die kwaad doen.13 En wie is het, die u schaden kan, indien gij het goede navolgt?14 En indien gij ook lijdt om de gerechtigheid, zo zijt gij zalig. Hebt geen vrees voor hen, en verschrikt niet;15 maar heiligt Christus, den Heer, in uwe harten; en zijt altijd gereed tot verantwoording aan ieder, die rekenschap eist van de hoop, die in u is, en dat met zachtmoedigheid en vreze;
16 en hebt een goed geweten, opdat degenen, die kwaad van u spreken als van misdadigers, beschaamd worden, omdat zij uwen goeden wandel in Christus gesmaad hebben.17 Want het is beter, als het Gods wil is, dat gij om goeddoen lijdt, dan om kwaaddoen;
18 nademaal ook Christus nmaal voor de zonden geleden heeft, de rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, opdat hij ons tot God zou brengen; en hij is gedood naar het vlees, maar levend gemaakt naar den Geest;19 in welken hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis,20 die eertijds ongehoorzaam waren, toen God in den tijd van Noach wachtte en lankmoedigheid had, toen men de ark toebereidde, in welke weinige--dat is acht--zielen behouden werden door het water,
21 dat ook ons nu behoudt in zijn tegenbeeld, den doop; niet als het wegdoen der onreinheid van het vlees, maar als het verbond van een goed geweten met God, door de opstanding van Jezus Christus,22 die ter rechterhand Gods is, opgevaren in den hemel, terwijl de Engelen en de machten en de krachten hem onderdanig zijn.