Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

1 Petrus 2

1 Zo legt nu af alle boosheid en alle bedrog en geveinsdheid en nijd en alle kwaadsprekendheid;2 en weest begerig naar de redelijke loutere melk, als pasgeboren kindertjes, opdat gij door haar moogt toenemen tot heil;3 indien gij namelijk gesmaakt hebt, dat de Heer vriendelijk is.

4 Komt tot hem, als tot een levenden steen, die door de mensen verworpen, maar bij God uitverkoren en kostelijk is;5 en bouwt nu ook gijzelve, als levende stenen, u op tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om te offeren geestelijke offers, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus.6 Daarom staat in de Schrift: "Zie, ik leg in Sion een uitverkoren, kostelijken hoeksteen en wie in hem gelooft, die zal niet beschaamd worden".7 U dan, die gelooft, is hij dierbaar; maar den ongelovigen is die steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, en die tot een hoeksteen geworden is, een steen des aanstoots en een rotssteen der ergernis;8 dengenen namelijk, die er zich aan stoten, daar zij aan het woord niet geloven, waartoe zij gesteld zijn.9 Maar gij zijt het uitverkoren geslacht, het koninklijk priesterdom, het heilig volk, het volk des eigendoms, om te verkondigen de deugden desgenen, die u geroepen heeft uit de duisternis tot zijn wonder baar licht:10 gij die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt, en eertijds niet in genade waart, maar nu in genade zijt.11 Geliefden, ik vermaan u als vreemdelingen en pelgrims: Onthoudt u van de vleselijke lusten, die tegen de ziel strijden,12 en leidt een goeden wandel onder de heidenen, opdat degenen, die kwaad van u spreken als van misdadigers, uwe goede werken zien en God prijzen, ten dage der bezoeking.

13 Zijt onderdanig aan alle menselijke ordening, om des Heren wil, hetzij den koning, als den opperste,14 hetzij den landvoogden, als die van hem gezonden worden, tot straf der misdadigers en tot lof dergenen, die goed doen.15 Want dit is de wil Gods, dat gij met goeddoen den mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen;16 als vrijen, doch niet, alsof gij de vrijheid hadt tot een dekmantel der boosheid, maar als dienstknechten Gods.17 Doet ieder eer aan; hebt de broeders lief; vreest God; eert den koning.18 Gij knechten, zijt met alle vreze uw heren onderdanig, niet alleen den goeden en welwillenden, maar ook den onredelijken.19 Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God het kwade verdraagt en ten onrechte lijdt.20 Want wat roem is het, indien gij verdraagt, als gij om kwaad doen slagen lijdt? Maar indien gij verdraagt, als gij om goed doen lijdt, dat is genade bij God.21 Want daartoe zijt gij geroepen, nademaal ook Christus voor ons geleden heeft, en ons een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij zijne voetstappen zoudt navolgen;22 die geen zonde gedaan heeft, en in wiens mond geen bedrog gevonden is;23 die niet wederschold, toen hij gescholden werd, niet dreigde, toen hij leed, maar het overgaf aan hem, die rechtvaardig oordeelt;24 die zelf onze zonden in zijn lichaam heeft gedragen op het hout, opdat wij, den zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door wiens wonden gij zijt genezen.25 Want gij waart als dwalende schapen, maar gij zijt nu bekeerd tot den herder en opziener uwer zielen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile