the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Korinthiërs 6
1 Hoe durft iemand onder u, als hij ene rechtzaak heeft met een ander, recht zoeken bij de onrechtvaardigen, en niet bij de heiligen?2 Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld oordelen zullen? Indien dan nu de wereld door u geoordeeld zal worden, zijt gij dan niet goed genoeg mindere zaken te oordelen?3 Weet gij niet, dat wij over de Engelen oordelen zullen, hoeveel te meer over de tijdelijke belangen?4 Maar gij, als gij zaken van tijdelijke belangen hebt, neemt gij dan diegenen, die in de gemeente het minst geacht zijn, en stelt hen tot rechters?5 U tot beschaming moet ik dit zeggen. Is er dan niemand onder u die wijs is, ook niet n, die zou kunnen oordelen tussen broeder en broeder?6 Maar de ene broeder heeft ene rechtzaak met den ander, en dat voor ongelovigen!7 Dat is alreeds een gebrek onder u, dat gij rechtzaken met elkander hebt. Waarom laat gij u niet veel liever onrecht doen, waarom laat gij u niet veel liever benadelen?8 Maar gij doet onrecht en nadeel, en dat aan de broeders.
9 Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het rijk Gods niet berven zullen?10 Dwaalt niet! Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die ontucht met mannen bedrijven, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, noch lasteraars, noch rovers zullen het rijk Gods berven.11 En dit zijn sommigen van u geweest; maar gij zijt afgewassen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd geworden, door den naam des Heren Jezus en door den Geest onzes Gods.
12 Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten beheersen.13 De spijs is voor den buik, en de buik voor de spijs; maar God zal genen zowel als dezen te niet doen. Doch het lichaam is niet voor de hoererij, maar voor den Heer, en de Heer voor het lichaam.14 En God heeft ook den Heer opgewekt, en zal ons ook opwekken door zijne kracht.15 Weet gij niet, dat uwe lichamen leden van Christus zijn? Zou ik nu Christus' leden nemen en hoereleden daarvan maken? Dat zij verre!16 Of weet gij niet, dat wie de hoer aanhangt n lichaam met haar is? Want "die twee, zegt Hij, zullen n vlees zijn".17 Maar wie den Heer aanhangt, is n geest met hem.18 Vliedt de hoererij! Alle zonden, die de mens doet, zijn buiten zijn lichaam; maar wie hoererij bedrijft, zondigt aan zijn eigen lichaam.19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is des Heiligen Geestes, die in u is, dien gij van God hebt, en dat gij uzelven niet toebehoort?20 Want gij zijt duur gekocht. Verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uwen geest, die Godes zijn.