Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

1 Korinthiërs 10

1 En ik wil niet, broeders, dat gij onkundig zijt, dat al onze vaderen onder de wolk zijn geweest, en allen door de zee zijn gegaan,2 en allen tot Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee,3 en allen nerlei geestelijke spijs gegeten hebben,4 en allen nerlei geestelijken drank gedronken hebben, --want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die medevolgde, welke was Christus;5 --maar aan velen van hen had God geen welbehagen, want zij zijn ternedergeslagen in de woestijn.

6 Dit nu is ons tot een voorbeeld geschied, opdat wij geen lust zouden hebben tot het kwade, gelijk zij er lust toe hadden.7 Wordt ook geen afgodsdienaars, gelijk sommigen van hen geworden zijn; gelijk er geschreven staat: "Het volk zat neder om te eten en te drinken, en stond op om te spelen".8 Laat ons ook geen hoererij bedrijven, gelijk sommigen van hen hoererij bedreven, en er vielen op n dag drie en twintig duizend.9 En laat ons ook Christus niet verzoeken, gelijk sommigen van hen hem verzochten, en werden door de slangen omgebracht.10 Murmureert ook niet, gelijk sommigen van hen murmureerden, en werden omgebracht door den verderver.11 Al deze dingen zijn hun overkomen tot voorbeelden, en het is geschreven ons tot waarschuwing, tot wie het einde der wereld gekomen is.12 Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.13 Er is u nog gene dan menselijke verzoeking overkomen; maar God is getrouw, die u niet zal laten verzocht worden boven uw vermogen, maar met de verzoeking zal Hij ook de uitkomst geven, zodat gij haar verdragen kunt.14 Daarom, mijne geliefden, vliedt den afgodendienst.

15 Als tot verstandigen spreek ik; oordeelt gij hetgeen ik zeg.16 De gezegende kelk, dien wij zegenen, is die niet de gemeenschap van Christus' bloed? Het brood, dat wij breken, is dat niet de gemeenschap van Christus' lichaam?17 Want is het n brood, zo zijn wij velen n lichaam, dewijl wij allen n brood deelachtig zijn.18 Ziet Isral naar het vlees aan: degenen, die de offers eten, zijn die niet in gemeenschap met het altaar?19 Wat zal ik dan nu zeggen? Zal ik zeggen, dat de afgod iets is, of dat het afgodenoffer iets is?20 Maar ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij dat den duivelen offeren, en niet Gode: nu wil ik niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt.21 Gij kunt niet tegelijk drinken den kelk des Heren en den kelk der duivelen; gij kunt niet tegelijk deelachtig zijn de tafel des Heren en de tafel der duivelen.22 Of willen wij den Heer naijverig maken? Zijn wij sterker dan hij?

23 Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen stichten niet.24 Niemand zoeke wat het zijne is, maar ieder wat des anderen is.25 Al wat op de vleesmarkt verkocht wordt, eet dat, en ondervraagt niets om des gewetens wil;26 "want de aarde is des Heren en wat daarop is".27 En indien iemand van de ongelovigen u nodigt en gij wilt daar heengaan, zo eet al wat u voorgezet wordt, en ondervraagt niets om des gewetens wil.28 Maar zo iemand tot u mocht zeggen: Dat is afgodenoffer, eet dan niet, om diens wil, die het u te kennen geeft, en om des gewetens wil.29 Doch ik spreek niet van uw geweten, maar van dat des anderen. Want waarom zou ik mijne vrijheid laten oordelen door het geweten van een ander?30 Want indien ik het met dankzegging geniet, waarom zou ik dan gelasterd moeten worden over hetgeen waarvoor ik dank?31 Hetzij dan dat gij eet, of dat gij drinkt, of wat gij doet, doet dat alles ter ere Gods.32 Weest niet aanstotelijk, noch den Joden, noch den Grieken, noch der gemeente Gods,33 gelijk ik mij ook aan iedereen in alles behaaglijk maak, en niet zoek wat mij, maar wat velen voordelig is, opdat zij zalig worden.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile