the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Zacharia 4
1 En de engel die tot mij gesproken had kwam weer, wekte mij, zoals iemand uit den slaap gewekt wordt,2 en zeide: Wat ziet gij? Ik zeide: Ik zie een luchter, geheel van goud; een oliehouder is er bovenop, zijn lampen zijn zeven in getal, naar die lampen lopen zeven voedingsbuizen,3 en twee olijfbomen staan er naast, een rechts en een links van den oliehouder.4 Ik hief aan en zeide tot den engel die tot mij sprak: Wat zijn dat, heer?5 De engel die tot mij sprak antwoordde en zeide tot mij: Weet gij niet, wat dit zijn? Ik zeide: Neen, heer.6 Hij antwoordde en zeide tot mij: Dit is hetgeen de Heer tot Zerubbabel gesproken heeft: Niet door kracht en geweld, maar door mijn geest, zegt de Heer der heirscharen.7 Wie zal den hogen berg voor Zerubbabel tot een vlakte maken en er den sluitsteen uithalen onder het gejubel: Gunst, gunst zij dezen beschoren? --8 Het woord des Heeren kwam tot mij:9 De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien. Zo zult gij weten dat de Heer der heirscharen mij tot u gezonden heeft.10 Want wie den dag der kleine dingen geringgeacht heeft zal met blijdschap den steen in de hand van Zerubbabel zien. --Die zeven zijn de ogen des Heeren, die de gehele aarde rondgaan.
11 Ik hief aan en zeide tot hem: Wat zijn die twee olijfbomen rechts en links van den luchter?12 En ten tweeden male hief ik aan en zeide tot hem: Wat zijn die twee olijfplanten, aan beide kanten van de gouden gootjes die de olie uit zich laten lopen?13 Hij zeide tot mij: Weet gij niet wat dat zijn? Ik zeide: Neen, heer.14 Hij zeide: Dat zijn de twee oliegevers die bij den Heer der ganse aarde staan.