the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Hooglied 3
1 Op mijn leger zocht ik des nachts mijn zielsbeminde, ik zocht hem, maar vond hem niet.2 "Ik wil opstaan en in de stad rondlopen, op straten en pleinen mijn zielsbeminde zoeken." Ik zocht hem, maar vond hem niet.3 De wachters die in de stad de ronde doen vonden mij. Hebt gij mijn zielsbeminde soms gezien?"4 Nauw was ik van hen weggegaan, of daar vond ik mijn zielsbeminde! Ik vatte hem aan en liet hem niet los, voordat ik hem gebracht had in het huis mijner moeder, in de kamer van haar die mij baarde.5 Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, bij de gazellen of bij de hinden des velds, niet te wekken, niet op te wekken de liefde, voordat het haar lust.
6 Wat stijgt daar op uit de woestijn, aan een rookzuil gelijk, omwolkt van mirre en wierook, van allerlei specerijen des koopmans? --
7 Het is Salomo's rustbed, zestig helden omringen het, van Israels helden;8 allen voeren zij het zwaard, zijn zij ten strijde geoefend, ieder heeft het zwaard aan de heup om wat des nachts schrik aanjaagt. --9 Koning Salomo heeft zich een draagbed gemaakt, van hout van den Libanon;10 de zuilen er van heeft hij van zilver gemaakt, de randen van goud, de zitting van purper; van binnen is het bevloerd met ebbenhout. Dochters van Jeruzalem komt naar buiten,11 ziet, dochters van Sion, naar koning Salomo, naar den krans dien zijn moeder hem opzette, op den dag van zijn huwelijk, den dag der vreugde zijns harten.