the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 60
1 Voor den orkestmeester. Op de wijze van "Een lelie der Wet". Een kleinood van David om van buiten te doen leren; (60-2) toen hij oorlog voerde met Stroomland-Aram en Aram-Soba, en Joab terugkeerde en van de Edomieten in het Zoutdal twaalfduizend man versloeg. (60-3) God, gij hebt ons verstoten, zijt door ons heen gebroken, hebt getoornd--herstel ons!2 (60-4) Gij hebt de aarde doen schudden, haar gespleten. Herstel haar breuken; want zij is wankelend geworden.3 (60-5) Gij hebt uw volk harde dingen doen beleven, ons met zwijmelwijn gedrenkt.4 (60-6) Gij hebt aan hen die u vrezen een banier gegeven om te vluchten voor den boog.5 (60-7) Opdat uw geliefden verlost worden, breng redding door uw rechterhand en verhoor mij!
6 (60-8) God heeft gesproken bij zijn heiligheid dat ik zal jubelen, Sichem verdelen en de vallei van Sukkoth uitmeten.7 (60-9) Mij behoort Gilead, mij Manasse, Efraim is de beschutting van mijn hoofd, Juda mijn heerschersstaf;8 (60-10) Moab is mijn waschbekken, op Edom werp ik mijn schoeisel, over Filistea weergalmt mijn gejuich.9 (60-11) Wie zal mij voeren in de versterkte stad? wie geleidt mij tot Edom?10 (60-12) Gij toch, o God, hebt ons verworpen, en trekt, o God, niet uit in onze legerscharen.11 (60-13) Bied ons hulp tegen den onderdrukker, daar bijstand van mensen ijdel is.12 (60-14) Met God zullen wij kracht oefenen, en hij zal onze vijanden vertreden.