the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 57
1 Voor den orkestmeester. Op de wijze van "Verderf niet". Een kleinood van David; toen hij voor Saul in de spelonk vluchtte. (57-2) Ontferm u mijner, o God, ontferm u mijner; want tot u neem ik de toevlucht, in de schaduw uwer vleugelen wil ik een toevlucht zoeken, totdat het onheil voorbijgaat.2 (57-3) Ik roep tot God, den Allerhoogste, tot God, die het voor mij volbrengt.3 (57-4) Hij zal uit den hemel zenden om mij te redden--hij hoont mijn bestrijder--zenden zal God zijn gunst en trouw.4 (57-5) Ik lig te midden van leeuwen, van vuurschietenden, neder, van mensenkinderen wier tanden speren en pijlen zijn, wier tong een scherp zwaard is.5 (57-6) Verhef u boven den hemel, o God, over de ganse aarde worde uw heerlijkheid verbreid!6 (57-7) Zij hebben een net gelegd voor mijn treden, mijn ziel neergebogen, een kuil voor mij gegraven--zij zijn er zelf in gevallen!
7 (57-8) Gesterkt is mijn hart, o God, gesterkt is mijn hart; ik wil met zang en snarenspel roemen.8 (57-9) Waak op, mijn gemoed; waak op, luit en citer; ik wil den dageraad wekken.9 (57-10) Ik wil u loven, Heer, onder de volken, met stem en snaren u roemen onder de natien.10 (57-11) Want hemelhoog is uw gunst, tot de wolken uw trouw.11 (57-12) Verhef u boven den hemel, o God, over de ganse aarde worde uw heerlijkheid verbreid!