the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 55
1 Voor den orkestmeester, bij snarenspel. Een kunstig lied van David. (55-2) Leen het oor, o God, aan mijn gebed, onttrek u niet aan mijn smeking;2 (55-3) luister naar mij en antwoord mij; ik smelt in klachten weg en kreun3 (55-4) om des vijands stem, des bozen geroep; want zij brengen ongeluk over mij en bestoken mij grimmig.4 (55-5) Mijn hart krimpt ineen in mijn boezem, en doodsschrik is op mij gevallen.5 (55-6) Vrees en huivering bekruipen mij, en angst heeft mij overdekt.6 (55-7) Ik dacht: Had ik toch wieken als een duif, ik zou wegvliegen en elders gaan wonen.7 (55-8) Ja, ver weg zou ik vluchten, in de woestijn een nachtverblijf zoeken;8 (55-9) haastig zou ik mij bergen voor stormwind en noodweer.
9 (55-10) Verwar, Heer, verdeel hun spraak; want ik heb geweld en twist in de stad aanschouwd;10 (55-11) dag en nacht gaan zij over de muren om haar heen, terwijl ongeluk en moeite in haar heersen.11 (55-12) Onheil heerst in haar, en van haar plein wijkt kwelling noch bedrog.12 (55-13) Want het is geen vijand, die mij hoont--dat zou ik dragen; het is geen hater van mij, die zich tegen mij opblaast--voor hem zou ik mij dekken;13 (55-14) maar gij, mijns gelijke, mijn vriend, mijn vertrouwde;14 (55-15) met wien ik in zoete vertrouwelijkheid verkeerde en rondging in het godshuis in de joelende schare.15 (55-16) Moge de dood hen verstrikken! dat zij levend in het schimmenrijk dalen! want slechtheid heerst in hun woning, in hun binnenste.
16 (55-17) Ik voor mij roep tot God, en de Heer zal mij redden.17 (55-18) Des avonds, des morgens en des middags klaag en kreun ik, en hij hoort naar mij.18 (55-19) Hij verlost mij en geeft mij vrede, zodat zij mij niet tenakomen; want talrijk zijn zij die mij bijstaan.19 (55-20) God zal horen, hij die van oudsher troont hen vernederen, hen, die onveranderlijk dezelfden zijn en God niet vrezen.20 (55-21) Hij stak zijn hand uit tegen hen die met hem bevriend waren, ontwijdde het verbond waarin hij was opgenomen;21 (55-22) gladder dan boter was zijn gelaat, maar zijn hart oorlog, zachter dan olie waren zijn woorden, toch waren het dolken.22 (55-23) Werp uw last op den Heer, hij zal voor u zorgen: hij laat den rechtschapene niet voorgoed wankelen.23 (55-24) En gij, God, zult hen doen nederdalen in den put des verderfs; mensen van bloed en bedrog zullen hun dagen niet ter helfte brengen. Maar ik, ik vertrouw op u.