Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Psalmen 51

1 Voor den orkestmeester. Een psalm van David; (51-2) toen de profeet Nathan tot hem kwam, nadat hij tot Bathsjeba was gekomen. (51-3) Ontferm u mijner, o God, naar uw goedertierenheid; delg naar uw groot erbarmen mijn overtredingen uit.2 (51-4) Was mij gans schoon van mijn schuld, en reinig mij van mijn zonden;3 (51-5) want ik ben mij van mijn overtredingen bewust, en mijn zonde staat mij voortdurend voor den geest.4 (51-6) Tegen u alleen heb ik gezondigd, gedaan wat kwaad is in uw oog; opdat het blijke dat gij rechtvaardig zijt in uw richten, onberispelijk in uw vonnissen.5 (51-7) Zie, in schuld ben ik geboren, en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.6 (51-8) Zie, aan waarheid in het binnenste hebt gij welgevallen; doe mij dan daarbinnen wijsheid verstaan.

7 (51-9) Ontzondig mij met hysop, opdat ik rein worde, was mij schoon, zodat ik blanker word dan sneeuw.8 (51-10) Verzadig mij met vroolijkheid en vreugde; juiche het gebeente dat gij verbrijzeld hebt.9 (51-11) Verberg uw aangezicht voor mijn zonden, en delg al mijn ongerechtigheid uit.10 (51-12) Schep mij een rein hart, o God, en leg in mij een nieuwen, standvastigen geest.11 (51-13) Stoot mij niet weg van voor uw aangezicht, en neem uw heiligen geest niet van mij.12 (51-14) Hergeef mij de blijdschap over uw heil, en steun mij door een gewilligen geest.13 (51-15) Ik wil afvalligen uw wegen leren, zodat zondaars zich bekeren tot u.

14 (51-16) Red mij van bloedschuld, o God, God mijner hulpe, mijn tong moge jubelen over uw gerechtigheid.15 (51-17) Heer, ontsluit mijn lippen, en moge mijn mond uw lof vermelden.16 (51-18) Want gij hebt geen welgevallen in offeranden, dat ik die zou geven, in brandoffers schept gij geen behagen.17 (51-19) De Gode gevallige offeranden zijn een verslagen geest; een verslagen en verbrijzeld hart acht gij, o God, niet gering.18 (51-20) Doe in uw welbehagen Sion goed; herbouw de muren van Jeruzalem.19 (51-21) Dan zult gij welgevallen hebben in gerechte offers, in brandoffer en aloffer; dan zal men stieren offeren op uw altaar.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile