Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Psalmen 49

1 Voor den orkestmeester. Van de Korahieten. Een psalm. (49-2) Hoort allen hiernaar, volkeren, luistert allen, bewoners der wereld,2 (49-3) allen, mensenkinderen en stervelingen, rijken en armen tegader.3 (49-4) Mijn mond zal wijze leringen uitspreken, wat uit mijn hart opwelt is verstandige taal;4 (49-5) ik wil mijn oor lenen aan een spreuk, bij citerklank mijn raadsel oplossen:5 (49-6) Waarom moet ik zien de dagen des bozen, waarin de snoodheid mijner belagers mij omringt,

6 (49-7) van hen, die vertrouwen op hun vermogen, en op de grootheid van hun rijkdom zich beroemen?7 (49-8) Evenwel, zich loskopen kan niemand, niemand kan aan God een losprijs voor zichzelf geven--8 (49-9) zo kostbaar toch ware de losprijs voor zijn leven, dat hij daarvan voorgoed moet afzien--9 (49-10) om tot in eeuwigheid te leven en de groeve niet te aanschouwen.10 (49-11) Want hij ziet: wijzen sterven; de dwaas en de redeloze komen tegader om en laten aan anderen hun vermogen na;11 (49-12) graven zijn hun huizen voor eeuwig, hun woningen van geslacht tot geslacht, en hun naam sterft weg op aarde.12 (49-13) En de mens in aanzien die geen doorzicht heeft is gelijk aan de dieren die vergaan.13 (49-14) Dit is de weg van hen die zorgeloos leven, en van hen, die met vleitaal hen achternalopen:14 (49-15) als schapen zinken zij ter onderwereld, de dood weidt hen, en zij gaan regelrecht ten grave; hun gestalte is bestemd tot verdwijnen, de onderwereld strekt hun ter woning.

15 (49-16) Maar God zal mijn leven loskopen; want hij ontrukt mij aan de macht der onderwereld.16 (49-17) Vrees niet wanneer een mens rijk wordt, en de heerlijkheid van zijn huis toeneemt;17 (49-18) want wanneer hij sterft, zal hij niets van dat alles meenemen, zijn heerlijkheid volgt hem in de groeve niet.18 (49-19) Al acht hij zichzelf in zijn leven gelukkig--al roemt men u omdat gij u tegoed kunt doen,19 (49-20) gij zult bij het geslacht uwer vaderen komen, die tot in eeuwigheid het licht niet zien.20 (49-21) De mens in aanzien maar die geen doorzicht heeft is gelijk aan de dieren die vergaan.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile