the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 46
1 Voor den orkestmeester. Van de Korahieten. Op de wijze van "jonge vrouwen". Een lied. (46-2) God is ons een toevlucht en sterkte, een die in hooge mate bevonden is een hulp in nood.2 (46-3) Daarom vrezen wij niet, al raakte de aarde uit haar voegen, al wankelden de bergen en stortten zij in het hart der zee.3 (46-4) Laat bruisen, schuimen haar wateren, laat trillen de bergen bij haar overmoedig geweld, de Heer der heirscharen is met ons, een toevluchtsoord is voor ons de God Jakobs.4 (46-5) De armen ener rivier brengen der Godsstad vreugde, waar de Allerhoogste zijn woning geheiligd heeft.5 (46-6) God is in haar midden: zij zal niet wankelen; God zal haar helpen bij het aanbreken van den morgen.
6 (46-7) Toen de volken bruisten, de koninkrijken wankelden, deed hij zijn stem horen, werd de aarde verbijsterd.7 (46-8) De Heer der heirscharen is met ons, een toevluchtsoord is voor ons de God Jakobs.8 (46-9) Komt, aanschouwt de daden van den Heer, die wonderen verricht op aarde,9 (46-10) die tot het einde der aarde de oorlogen doet ophouden, den boog breekt, de lans stukslaat, strijdwagens verbrandt.10 (46-11) Laat af en erkent dat ik God ben; ik wil hoog zijn onder de volken, hoog op de aarde.11 (46-12) De Heer der heirscharen is met ons, een toevluchtsoord is voor ons de God Jakobs.