Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Psalmen 40

1 Voor den orkestmeester. Van David. Een psalm. (40-2) Al mijn hoop had ik gesteld op den Heer; daar neigde hij zich tot mij en verhoorde mijn krijten;2 (40-3) hij trok mij op uit de groeve des verderfs, uit het slijk van den modderpoel, zette mijn voeten op een rots, gaf vastheid aan mijn schreden.3 (40-4) Hij legde mij een nieuw lied op de lippen, een lofzang ter eer van onzen God. Mogen velen het zien en vrezen, en hun vertrouwen stellen op den Heer!4 (40-5) Heil den man die den Heer maakt tot zijn betrouwen, en zich niet wendt tot woelgeesten, tot hen die op leugenpaden dolen.5 (40-6) Grote dingen hebt gij, Heer, mijn God, gedaan; uw wonderen en beschikkingen met ons zijn niet uiteen te zetten; wilde ik ze meedelen en uitspreken, zij waren te veel om op te tellen.

6 (40-7) In offers en gaven hebt gij geen welgevallen--gij hebt mij geopende oren gegeven--brandoffers noch zondoffers vraagt gij.7 (40-8) Toen zeide ik: Zie, ik kom! In een boekrol staat het mij voorgeschreven.8 (40-9) Uw welbehagen te volbrengen, mijn God, dat is mijn lust, en uw wet is in mijn binnenste.9 (40-10) Ik bracht een heilmare in de talrijke vergadering; neen, ik sluit mijn lippen niet; Heer, gij weet het.10 (40-11) Uw gerechtigheid heb ik niet in mijn hart verborgen, van uw getrouwheid en uw heil heb ik gesproken, uw goedertierenheid en trouw niet verloochend voor de talrijke vergadering.

11 (40-12) Gij, Heer, zult uw erbarming mij niet onthouden, uw goedertierenheid en trouw zullen mij voortdurend behoeden.12 (40-13) Want rampen omgeven mij zonder tal, mijn zonden hebben mij ingehaald--ik kan niet meer zien; zij zijn talrijker dan de haren mijns hoofds--mijn hart is mij ontzonken.13 (40-14) Het behage u, Heer, mij te verlossen, Heer, spoed u mij ter hulpe.14 (40-15) Dat beschaamd en schaamrood worden tegader zij die mij naar het leven staan om het te verdelgen; dat terugdeinzen en te schande worden zij die behagen hebben in mijn ongeluk;15 (40-16) dat verstommen vanwege hun schande zij die van mij zeggen: Ha, ha!16 (40-17) Maar mogen in u zich verblijden en verheugen allen die u zoeken; mogen voortdurend zeggen: Verheerlijkt worde de Heer! zij die uw heil liefhebben.17 (40-18) En ik, ellendige en arme, de Heer zal voor mij zorgen; mijn hulpe en mijn redder zijt gij; talm niet, o mijn God.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile