Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Psalmen 34

1 Van David, toen hij zich als een krankzinnige gedragen had bij Abimelech, deze hem weggejaagd had en hij heengegaan was. (34-2) Te allen tijde wil ik den Heer prijzen, voortdurend zal zijn lof in mijn mond zijn.2 (34-3) Mijn ziel looft den Heer; mogen de deemoedigen het horen en zich verblijden!3 (34-4) Verheerlijkt met mij den Heer, verhoogen wij tezamen zijn naam!4 (34-5) Ik heb den Heer gezocht, en hij heeft mij verhoord; van alwat ik duchtte heeft hij mij bevrijd.5 (34-6) Ziet op hem en luikt op; uw aangezicht zal niet schaamrood worden.6 (34-7) Hier is een ellendige, die riep, en de Heer hoorde, redde hem uit al zijn noden.7 (34-8) De engel des Heeren legert zich rondom hen die hem vrezen, en schenkt hun uitredding.8 (34-9) Smaakt en ziet, dat de Heer goed is; gelukkig de man die tot hem zijn toevlucht neemt!9 (34-10) Vreest den Heer, gij zijn heiligen; want wie hem vrezen hebben geen gebrek.10 (34-11) Leeuwenwelpen lijden armoede en honger, maar wie den Heer zoeken, hun ontbreekt het aan niets goeds.

11 (34-12) Komt, kinderen, hoort naar mij; ik wil u de vreze van den Heer leren.12 (34-13) Waar is de man die lust heeft in het leven, die lengte van dagen wenst, om het goede te zien?13 (34-14) Behoed uw tong voor het kwade, en uw lippen voor bedrieglijk spreken.14 (34-15) Wijk van het kwade en doe het goede, zoek den vrede en jaag dien na.15 (34-16) Het aangezicht van den Heer is tegen de kwaaddoeners gekeerd, om hun gedachtenis van de aarde te verdelgen;16 (34-17) de ogen van den Heer rusten op de rechtschapenen, zijn oren zijn gewend naar hun gekrijt.17 (34-18) Zij roepen, en de Heer hoort, bevrijdt hen uit al hun noden.18 (34-19) De Heer is den gebrokenen van hart nabij, en redt de verbrijzelden van geest.19 (34-20) Al zijn de rampen des rechtschapenen vele, uit die alle bevrijdt hem de Heer.20 (34-21) Hij behoedt al zijn beenderen, geen daarvan wordt gebroken.21 (34-22) Onspoed doodt den boze, zij die den rechtschapene haten boeten er voor.22 (34-23) De Heer verlost het leven zijner dienaren, zij die tot hem de toevlucht nemen staan niet schuldig.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile